
Hoe organiseer je ZiO op basis van de Wet langdurige zorg?
Op deze pagina vind je:
- Collectieve financiering van de zorgaanbieder door het zorgkantoor
- De Wlz-praktijk: Hart van Brabant en Twente
- Welke adviezen hebben de zorgkantoren voor de samenwerking?
- Interview Zorgkantoor Menzis
- Interview Zorgkantoor VGZ
- Interview Zorgaanbieder Zozijn
Waar gaat het over?
Het collectief financieren van zorg in onderwijs op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) is niet eenvoudig. Dat komt doordat de Wlz uitgaat van individuele aanspraken. De Wlz verschilt daarin van de Jeugdwet, die wel de mogelijkheid biedt om een voorziening te financieren waarvan gezinnen gebruik kunnen maken zonder dat ze een individuele beschikking nodig hebben.
Zo’n 7.400 van de 10.000 kinderen en jongeren met een Wlz-indicatie volgen speciaal onderwijs. De meesten doen dat in het voortgezet speciaal onderwijs, vooral in Cluster 3 en 4, en in veel mindere mate in Cluster 1 en 2 (320 kinderen). Een kleine zestig procent van alle Cluster 3- en 4-scholen heeft leerlingen met een Wlz-indicatie. In het regulier onderwijs gaat het om ongeveer duizend jongeren, vooral in de leeftijd van 18 tot 21 jaar.

Hattem van der Burg over de Wet langdurige zorg
Hattem van der Burg, senior-adviseur Wlz van het ministerie van VWS, vertelt over de mogelijkheden van de Wlz bij het collectief financieren van zorg in onderwijstijd. Hij legt uit hoe de Wlz werkt en hoe samenwerking met het zorgkantoor in regionaal verband mogelijk is.
Collectieve financiering van de zorgaanbieder door het zorgkantoor
Als de Wlz-indicatie wordt toegekend, kunnen ouders financiering van zorg ontvangen in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) of als Zorg In Natura (ZIN). Bij een pgb kopen de ouders zelf de zorg in. Bij ZIN koopt het zorgkantoor de zorg in bij een zorgaanbieder. Bij collectieve financiering worden alle ouders gevraagd akkoord te gaan met ZIN voor het deel van hun budget voor zorg op school die wordt uitgevoerd door een vaste zorgpartner van de school. Meer daarover: Onderwijs en zorg | Passend onderwijs | Rijksoverheid.nl.
In de praktijk gaan vrijwel alle ouders akkoord met collectieve financiering omdat zij zien dat:
- de zorgorganisatie meer zekerheid krijgt waardoor die met vaste mensen kan werken
- een vast team de zorg veel flexibeler kan inzetten, op het moment dat het kind het nodig heeft
- een vast zorgteam bijdraagt aan de kwaliteit van dienstverlening en aan rust in de school
- in specifieke situaties een aanvullende afspraak over de zorginzet gemaakt kan worden.
Lees ook: Ouders: aandachtspunten bij de overgang naar collectieve financiering.
Budgetgarantstelling voor personeelskosten die niet declarabel zijn
Als kinderen door ziekte niet op school zijn, kan de zorgaanbieder voor hen geen uren schrijven. Maar de zorgaanbieder maakt dan wel kosten omdat een zorgverlener aanwezig moet zijn voor de andere kinderen in de klas. De zorgaanbieder en het zorgkantoor kunnen hierover een prijsafspraak maken binnen het maximumtarief zodat de zorgaanbieder de zorg in onderwijstijd redelijkerwijs kostendekkend kan leveren. In de praktijk kan de zorgaanbieder die verbonden is aan de school het zorgkantoor vragen om voor alle leerlingen met een Wlz-indicatie een collectieve afspraak te maken over de financiering. Daarin kan ook een kostendekking worden vastgelegd voor een afwezigheidspercentage vanwege ziekte van de leerlingen. Deze afspraak betreft de Wlz-inzet voor Cluster 3- en 4-scholen.
Experimenteerregeling Wlz
Tussen 2022 en september 2025 hebben enkele regio’s deelgenomen aan een bekostigingsexperiment voor de Wlz. Doel daarvan was te experimenteren met de organisatie van de Wlz-naturazorg in onderwijstijd. In de pilots konden zorgkantoren en zorgaanbieders voor het gespecialiseerd onderwijs afspraken met elkaar maken over collectieve financiering van zorg in onderwijstijd. De betrokken zorgaanbieders kregen vooraf van de zorgkantoren een budgetgarantie: de zekerheid dat de noodzakelijke inzet van zorg in onderwijstijd werd gefinancierd. Onderdeel daarvan was een vergoeding voor niet-declarabele uren bij ziekteverzuim van leerlingen. Onderstaande interviews zijn gemaakt toen deze regeling nog van kracht was.
De Wlz-praktijk: Hart van Brabant en Twente
Een beleidsadviseur van VGZ in de regio Hart van Brabant en een regiomanager van Menzis in Twente) waren beiden betrokken bij het maken van de collectieve afspraken in het kader van de experimenteerregeling voor de Wlz. Hoewel de regionale contexten verschillen, zijn de gemaakte afspraken vergelijkbaar, op een paar details in de contractafspraken na. Beide zorgkantoren hebben met hun zorgaanbieders afspraken gemaakt over collectieve financiering van de zorg voor minimaal een jaar en met een budgetgarantstelling. En beide zien ze duidelijke voordelen van deze werkwijze omdat die eenvoudiger is en de zorgaanbieders zekerheid geeft. Dat beschouwen ze als een belangrijke basis voor kwaliteit. De kosten bleven voor de zorgkantoren gelijk. Nu het experiment is beëindigd, maken deze zorgkantoren alternatieve afspraken met de betrokken aanbieders. Als het aan hen ligt, wordt de mogelijkheid om een budgetgarantie af te spreken omgezet in wetgeving. Eén van hen ziet als andere mogelijkheid dat het Wlz-budget voor zorg in onderwijstijd wordt overgeheveld naar de scholen. Die kunnen daar dan zelf de zorg voor inkopen.

‘Scholen en zorgaanbieders zitten nu meer op één lijn’
Wat Aljan Ottema (Menzis) betreft moeten ‘meer partijen kunnen meedoen aan de experimenteerregeling. Scholen kunnen met hun 'preferred supplier' een begroting maken en daarin het aandeel van andere aanbieders aangeven. Hierover kunnen zij in gesprek gaan met ouders. Zorgkantoren krijgen dan van zorgaanbieders een begroting en rekenen met hen af.’
Interview met Aljan Ottema


‘We zitten niet meer vast in de koker van de zorg’
Willemijn Peters-Schoenmakers (VGZ) had de ambitie om voor zorgaanbieders de financiering van zorg op school gelijk te schakelen met die voor de jeugdzorg. 'De jeugdzorg financiert op basis van uren en formatie, en niet op basis van daadwerkelijk uitgevoerde verrichtingen per individueel kind.’ De experimenteerregeling Wlz bood de kans om dat te doen.
Interview met Willemijn Peters-Schoenmakers

Welke adviezen hebben de zorgkantoren voor de samenwerking?
De zorgkantoren staan open voor samenwerking rond het collectief financieren. Beide delen de kennis die ze hebben opgedaan met andere zorgkantoren. Leer van elkaar, zegt Willemijn Peters-Schoenmakers: ‘Zorgkantoren die bij VGZ de kunst willen afkijken, zijn van harte welkom. Wij waren koploper in het land. Leer van ons en ga niet opnieuw het wiel uitvinden’.
Stappen die je als school en zorgaanbieder kunt zetten:
- Vraag als school bij inschrijving aan ouders of er sprake is van een Wlz-indicatie of -aanvraag.
- Vraag ouders toestemming om die informatie te mogen delen met de zorgaanbieder die verbonden is aan de school.
- Neem als school samen met de zorgaanbieder contact op met het zorgkantoor waarvan de meeste leerlingen een beschikking hebben ontvangen.
- Bespreek met het zorgkantoor of deze bereid is de toewijzing en declaratie te baseren op een vast aantal uren per Wlz-leerling (gebaseerd op een gemiddelde zorginzet per Wlz-leerling).
- Maak als zorgaanbieder prijsafspraken waarin rekening wordt gehouden met inzichten in de afwezigheid van Wlz-leerlingen: budgetgarantstelling.
- Vraag het zorgkantoor of zij ervoor kunnen zorgen dat zij namens alle zorgverzekeraars (hun concessiehouders) kunnen optreden en samen optrekken.
- Communiceer in de schoolgids over afspraken met een vaste zorgaanbieder, het proces en de aanvraag van collectieve financiering van zorg in onderwijstijd. En geef duidelijkheid over de (on)mogelijkheden om zorg in onderwijstijd met pgb’s in te kopen.
- Zorg voor regelmatige afstemming in het periodiek contact tussen ouders en zorgverlener. Bespreek hoe de zorgondersteuning verloopt en zo nodig bijgesteld zou moeten worden.
- Stem de zorg af op de zorg thuis. Voorkom een scheiding tussen zorg op school en thuis, en werk goed samen met zorgverleners in de thuissituatie.
- Zorg voor een compensatie van de zorginzet thuis wanneer het kind langere tijd vanwege ziekte niet naar school kan. Een zorgaanbieder die zowel thuis als op school werkt, kan dit oppakken. Maar niet alle gezinnen hebben zo’n zorgaanbieder.

‘Collectieve financiering zorgt voor stabiliteit’
Zorgaanbieder Zozijn heeft de afgelopen jaren een collectieve aanpak voor zorg in onderwijs ontwikkeld die beter aansluit bij de behoeften van kinderen en de wensen van ouders. Dat was mogelijk dankzij de experimenteerregeling voor de Wlz, in combinatie met vrijheid in de besteding voor zorg in onderwijs in het kader van de Jeugdwet.
Interview met Jenny Veldkamp en Mathijs Kamphorst
