‘Scholen en zorgaanbieders zitten nu meer op één lijn’
Als regiomanager Twente van het zorgkantoor van Menzis besloot Aljan Ottema samen met een grote zorgaanbieder mee te doen aan het experiment met financiering van zorg in het onderwijs op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Door budgetgarantie kan de zorgaanbieder met de school een stabiele formatie voor het schooljaar samenstellen die past bij de benodigde zorg.
Zowel het zorgkantoor als de zorgaanbieders in de regio Twente waren al langer niet blij met de gang van zaken rond zorg op school op basis van de Wlz. ‘Met twee grote zorgaanbieders was ik al anderhalf jaar aan het praten over het oplossen van knelpunten in de zorg in het onderwijs. Gezamenlijk hebben we verkend hoe het anders en beter zou kunnen.’
In de financiering van hun werk liepen de zorgaanbieders tegen drie problemen aan. ‘Als zorgkantoor werkten we voor de zorg op school met dezelfde zorgaanbieders als de gemeenten. De beschikkingen die wij afgaven voor de Wlz, gaven de aanbieders zekerheid voor het hele schooljaar, terwijl de gemeenten in Twente die zekerheid soms maar voor drie maanden konden geven. Die termijn van drie maanden was voor de zorgpartijen geen basis om de zorg te leveren. Het tweede probleem was dat de zorgaanbieders bij ziekmeldingen van leerlingen niet konden declareren bij het zorgkantoor of konden afschalen, terwijl hun personeel wel aanwezig moest zijn voor de andere leerlingen in de klas. Dat waren dure uren en voor de aanbieders dus een financieel risico. Een derde probleem was dat meerdere zorgaanbieders op de school zorg verleenden. Dit gaf veel ruis in afstemming en onnodige onrust in de klas. Bovendien was dit heel ondoelmatig.’
"Met twee grote zorgaanbieders was ik al anderhalf jaar aan het praten over het oplossen van tekorten in de zorg in het onderwijs. Gezamenlijk hebben we verkend hoe het anders en beter zou kunnen."
Aljan Ottema
Het gat vergoeden
Het zorgkantoor van Menzis besloot samen met zorgaanbieder Aveleijn mee te doen aan het NZa-experiment met een andere financiering van zorg in onderwijs. Daardoor kreeg de zorgaanbieder budgetgarantie. ‘We hebben afgesproken dat Aveleijn een begroting aanlevert voor het werk dat zij verwachten voor het hele schooljaar. Nadat wij die begroting hebben vastgesteld, declareert Aveleijn dat bedrag. De reguliere aan- en afwezigheidsregistratie blijft intact en wij vergoeden het gat dat door afwezigheid, bijvoorbeeld door ziekte ontstaat tussen de begroting en de werkelijke inzet.’
De experimentele NZa-regeling gaf scholen en Aveleijn als zorgaanbieder de mogelijkheid om een stabiele zorgformatie voor een heel schooljaar samen te stellen waarbij fluctuaties in zorgvraag konden worden opgevangen.

Het verschil tussen zorg in natura en een persoonsgebonden budget
- Bij Zorg in Natura (ZIN) krijgt iemand zorg geleverd door een zorgaanbieder die ingeschakeld en betaald wordt door het zorgkantoor (op grond van de Wlz) of de gemeente (op grond van de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning).
- Bij een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt iemand een bepaald bedrag van het zorgkantoor of de gemeente toegewezen om zelf vormen van zorg in te kopen bij personen of organisaties naar eigen keuze.
Op één lijn
Het lukte het zorgkantoor en de zorgaanbieder om iedereen mee te nemen in het verhaal over de financiering van zorg op school. De scholen waarmee ze te maken hadden, wilden graag af van het grote aantal verschillende zorgverleners in de klas. Voor leerlingen die op basis van de Wlz een zogeheten ‘modulair pakket thuis’ (mpt)1 voor 24 uurszorg kregen, was de oplossing om per zorgprofiel een vast aantal uren zorginzet op school per week vast te stellen. De vergoeding daarvan is gebaseerd op het uurtarief dat ook voor zorg in natura (ZIN) wordt gehanteerd. ‘Door die standaardisatie zitten scholen en zorgaanbieders meer op één lijn omdat er duidelijkheid is over de financiële kant van de zorginzet. Door de keuze voor één zorgaanbieder werd de zorg op school bovendien transparanter en uniformer. Daardoor kunnen scholen ook meer in leerlingenprofielen en groepssamenstellingen gaan denken.’
De communicatie met ouders over de nieuwe gang van zaken rond zorg op school verloopt vooral via de zorgaanbieder op school. ‘Dat is de één na grootste zorgaanbieder in de regio, met tachtig locaties. Die betrekt ouders in de contacten die ze regelmatig hebben over hun kind en dat wordt gewaardeerd.’

Infographic: Vergelijking verloop financiering zorg op school in Twente voor en tijdens NZa-experiment
"Ik zie niet hoe we het anders moeten regelen dan zo. Zorg op school is een elementair recht. De garantstelling voor zorgaanbieders moet blijven."
Een stap verder
Voor het zorgkantoor van Menzis is wel duidelijk hoe het verder zou moeten met de financiering van zorg op school als het NZa-experiment afloopt. ‘Ik zie niet hoe we het anders moeten regelen dan zo. Zorg op school is een elementair recht. De garantstelling voor zorgaanbieders moet blijven. Als zorgkantoor hebben we een kostendekkend product nodig. Daarom zou ik het ministerie adviseren om de regeling in stand te houden, maar eenvoudiger en met minder tijdrovend onderzoek.’
Vanuit het belang van kinderen om onderwijs te kunnen volgen, zou hij eigenlijk nog een stap verder willen gaan. ‘Idealiter zou er een stuk Wlz-budget naar de scholen kunnen gaan zodat die daarmee de zorg kunnen betalen. Als zorgkantoor zouden we ons daar dan niet meer mee hoeven te bemoeien. Ook zou het probleem van verschillende dossiers en vele afstemming in één klap zijn opgelost. Voor ouders met een PGB (persoonsgebonden budget) waarin de zorg voor thuis en school gecombineerd is, zou dat betekenen dat VWS dit budget voortaan splitst in negen uur per dag voor school en de rest voor thuis.’
Maar tot het zover is, hoopt het zorgkantoor van Menzis op uitbreiding van de budgetfinanciering naar nog meer scholen in Twente. ‘Het NZa-experiment is een eerste stap geweest. Nu moeten meer partijen kunnen meedoen. Scholen kunnen met hun preferred supplier een begroting maken en daarin het aandeel van andere aanbieders aangeven. Hierover kunnen zij in gesprek gaan met ouders. Zorgkantoren krijgen dan van zorgaanbieders een begroting en rekenen met hen af.’