‘We zitten niet meer vast in

de koker van de zorg’

Willemijn Peters-Schoenmakers | Tilburg

Om de financiering van zorg op school collectief te regelen op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) doet het zorgkantoor van VGZ in de regio Tilburg mee aan de pilot Zorg in onderwijs in de regio Hart van Brabant. De pilot maakt deel uit van de experimentregeling van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Voor beleidsadviseur Willemijn Peters van VGZ is deze andere aanpak vanzelfsprekend. Hoe is zij hier vanuit het Zorgkantoor bij betrokken?

In de regio Hart van Brabant werd al langer nagedacht over collectieve financiering van zorg in onderwijstijd. Wat begon als een pilot in de kleutergroep, is nu uitgegroeid tot een pilot waaraan twee scholen gespecialiseerd onderwijs en twee Wlz-zorgaanbieders deelnemen in nauwe afstemming met gemeenten en het zorgkantoor. ‘Wij merkten op de twee scholen voor speciaal onderwijs waar wij in het project mee te maken hebben, dat het voor de rust in de klas goed was als er minder verschillende zorgverleners over de vloer kwamen. Een probleem was wel dat zorgaanbieders voor de Wlz niets mochten declareren als een kind door ziekte afwezig was, terwijl dat bij deze groep kinderen met enige regelmaat voorkomt. Dat gaf frictie, want de zorgmedewerkers moesten er wel zijn voor de andere kinderen in de klas, maar konden voor de afwezige leerlingen geen inzet declareren. Met behulp van de NZa-experimentregeling kunnen we het gat in de Wlz-financiering achteraf dichten door in de nacalculatie alsnog te betalen voor de afwezige leerlingen. We zijn heel blij dat deze mogelijkheid geboden wordt door de NZa en dat daardoor ook de Wlz-klanten kunnen meedoen in deze pilot.’

Budgetgarantie

Om te zorgen dat de zorgaanbieders wel konden rekenen op voldoende budget voor zorg in de klas, besloot het zorgkantoor van VGZ meteen een beroep te doen op de experimentenregeling toen de NZa die instelde. ‘Omdat wij het belangrijk vonden om de zorg op school voor kwetsbare kinderen rond te breien. En ook omdat twee zorgaanbieders hun nek uitstaken en het risico wilden nemen dat ze niet betaald werden voor de inzet van hun personeel.’

Met toestemming van de NZa krijgen de zorgaanbieders op twee scholen voor gespecialiseerd onderwijs in de regio Tilburg nu voor een heel schooljaar budgetgarantie. De zorgaanbieder blijft registreren volgens de bestaande afspraken, maar krijgt aan het eind van het jaar een compensatie voor de uren waarin kinderen vanwege ziekte niet op school waren. De registratie van die uren is al een vast onderdeel van de bestaande registratie. Deze afspraak geeft de zorgaanbieders de zekerheid dat het zorgpersoneel dat ze ingezet hebben, ook betaald wordt.

Spelregels

Het zorgkantoor van VGZ heeft samen met de gemeenten in Hart van Brabant, de betrokken scholen en de zorgaanbieders een overeenkomst gesloten over de in te zetten uren en tarieven. ‘Daarvoor maken we ieder jaar de balans op. De basis voor het succes is de bereidheid van alle partijen om mee te werken zonder dat alles vooraf exact duidelijk is. En om een stukje grijs gebied te pakken dat ontstaat doordat in de klas zorg en onderwijs door elkaar lopen en niet altijd scherp van elkaar te onderscheiden zijn. Wij hebben alles geregeld met twee grote zorgaanbieders, die de zorg die in de klas nodig is, kunnen leveren. Doordat er in de klas continu eenzelfde ‘zorg in onderwijs’-persoon (ZIO’er) aanwezig is, is het nu rustig in de klas. Dat horen we ook terug van ouders. Er ‘vliegen’ geen verschillende hulpverleners per kind meer in.’

De afspraken over de budgetgarantie werken goed, maar om alle kosten te dekken zouden ze eigenlijk structureel moeten worden. ‘Uiteindelijk bepaalt de NZa de spelregels voor de persoonsvolgende bekostiging in de Wlz. Als zorgkantoor kunnen wij daar niets aan veranderen, maar we kunnen wel meedenken hoe de zorg op school slimmer georganiseerd kan worden qua Wlz-financiering.’

"Het NZa-experiment is een eerste stap geweest. Nu moeten meer partijen kunnen meedoen."

Willemijn Peters-Schoenmakers

Zorg thuis

En hoe zit het met het onderscheid tussen Zorg in Natura (ZIN) en een persoonsgebonden budget (PGB, zie ook kader)? ‘Bij zorg in natura op school is het lastig om die zorg thuis te geven, bijvoorbeeld bij ziekte, omdat die geoormerkt is voor school. Als een kind langdurig afwezig is, kijken zorgaanbieders wel wat ze kunnen doen in de thuissituatie. Met een pgb zijn ouders flexibeler en kunnen ze hun budget ook thuis inzetten als een kind ziek is.

Naar de toekomst toe is het daarom goed om na te denken over hoe het evenwicht tussen zorg op school en zorg thuis in de Wlz het beste geborgd kan blijven. Mogelijk kunnen we hier leren van hoe de gemeenten dit nu regelen. De gemeente geeft geen individuele beschikking meer af voor de zorg op school en financiert dit collectief. Voor de zorg thuis geeft de gemeente wel een individuele beschikking af. Mogelijk kan op termijn zorg in onderwijstijd in de Wlz ook collectief gefinancierd worden en vormt ze geen onderdeel meer van het individuele budget van de Wlz-klant. Zowel als pgb en ZIN. Dit is ook onderwerp van gesprek met beide ministeries.’

Het verschil tussen zorg in natura en een persoonsgebonden budget

  • Bij Zorg in Natura (ZIN) krijgt iemand zorg geleverd door een zorgaanbieder die ingeschakeld en betaald wordt door het zorgkantoor (op grond van de Wlz) of de gemeente (op grond van de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning).
  • Bij een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt iemand een bepaald bedrag van het zorgkantoor of de gemeente toegewezen om zelf vormen van zorg in te kopen bij personen of organisaties naar eigen keuze.

Ouders betrekken

Voordat de Tilburgse scholen met de nieuwe werkwijze van start gingen, hebben de scholen ouderavonden georganiseerd voor de ouders betrokken bij de groepen die meededen aan de pilot. ‘We merkten dat ouders het spannend vonden en zijn daarom in de pilot niet meteen van het ene naar het andere systeem gegaan.’ Zorgen over de kwaliteit zijn er niet geweest. ‘Ouders ervaren het team van zorgaanbieder en school als een organisch geheel. Ze waarderen de samenwerking met de twee zorgaanbieders die op de school actief zijn. De gemeente en wij als zorgkantoor hebben dezelfde zorgaanbieders gecontracteerd, omdat wij het belangrijk vinden om met een vast team van zorgmedewerkers te werken die de kinderen en leerkrachten goed kennen. Dat geeft structuur, veiligheid en de mogelijkheid om flexibel te zijn. En dat versterkt de kwaliteit.’

Hoewel het belangrijk is dat ouders kunnen meepraten over de kwaliteit van de zorg op school, blijkt het in de regio Tilburg lastig om ouders te vinden die daar tijd in willen steken. ‘We betrekken ouders wel, maar de school merkt ook dat ouders al behoorlijk belast zijn met de dagelijkse zorg voor hun kind. Ouders vinden het vooral belangrijk om te ervaren dat hun kind op school goede zorg krijgt. Als er iets speelt kunnen zij daar altijd over in gesprek.’

Aansluiting tussen zorgkantoor, school en gemeenten

Het is voor het zorgkantoor een voordeel dat de gemeenten in de regio Hart van Brabant intensief samenwerken als het om de jeugdzorg gaat. ‘Wij zijn blij dat ook de gemeenten hun nek uitsteken, want de bulk van de zorg op school is jeugdzorg. Als gemeenten apart opereren is het lastiger om zorg op school te organiseren, want dan ontbreekt voor hen de basis om aan collectieve financiering mee te doen.’

Voor het zorgkantoor zelf was het samenwerken met het onderwijs wel wennen, alleen al vanwege het andere jargon. ‘Het voordeel was dat er rond het experiment een sfeer heerste van “dit gaan we fiksen”. Dat gaf energie.’

In belang van het kind

De voordelen van collectieve financiering van zorg in onderwijs zijn voor het zorgkantoor van VGZ duidelijk. ‘Voor het zorgkantoor en de gemeenten is collectieve financiering veel efficiënter. Voor de kinderen is er meer rust omdat er minder verschillende hulpverleners in een klas komen. Voor ouders verlicht het de administratieve last, omdat gemeenten voor jeugdzorg geen beschikking meer hoeven af te geven. En uiteindelijk is collectieve financiering in het belang van het kind, omdat het daardoor naar school kan gaan als het zorg nodig heeft. Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk wat er aan zorg mogelijk is op school, en dat deze flexibel ingezet kan worden. Met een vast team met vaste gezichten schep je daarvoor de juiste sfeer en condities.’

De gemeenten zien als effect dat kinderen die zorg op school ontvangen, meer naar school gaan. En wat gebeurt er op het zorgkantoor? ‘Door deze samenwerking zitten wij niet meer vast in de koker van de zorg, maar besteden we breder aandacht aan wat kinderen voor hun ontwikkeling nodig hebben, bijvoorbeeld aan onderwijs.’

"Uiteindelijk is collectieve financiering in het belang van het kind, omdat het daardoor naar school kan gaan als het zorg nodig heeft."

Contact met het zorgkantoor leggen

Scholen die zorg op school uit de Wlz collectief willen regelen, kunnen het beste samen met hun zorgaanbieders contact opnemen met het zorgkantoor in hun regio. ‘Scholen voor speciaal onderwijs hebben vaak grote bedieningsgebieden. Daardoor hebben ze met veel gemeenten en soms meerdere zorgkantoren te maken. Als zorgkantoor doen wij er niet moeilijk over als een zorgaanbieder op school leerlingen uit de regio van een ander zorgkantoor helpt. En als het nodig is, stemmen wij met een ander zorgkantoor af.’

Het experiment met collectieve financiering uit de Wlz is inspirerend en verspreidt zich als een olievlek. ‘Zorgkantoren die bij VGZ de kunst willen afkijken, zijn van harte welkom. Wij waren koploper in het land. Leer van ons en ga niet opnieuw het wiel uitvinden’.

De belangrijkste randvoorwaarde om mee te kunnen doen aan de pilot vanuit de Wlz is de experimentregeling van de NZa. ‘Dat is cruciaal voor het meedoen van de Wlz-zorgaanbieders en dus voor het proces. Dat geeft hen zekerheid, terwijl wij ons als zorgkantoor aan de regels van de NZa kunnen houden. Het liefste zou ik zien dat de experimentregeling wordt vervangen door lumpsum financiering, maar dat is nog ‘vloeken in de kerk’. Dus we doen het nu met persoonsvolgende financiering via de experimentregeling en evalueren dat ieder jaar. Hopelijk kunnen we snel met VWS, OCW en de NZa tot een structurele inbedding komen van de pilot.’

Terug naar het hoofdstuk Wlz
Naar de homepage