‘Het bestuurlijk commitment is groot, en dat helpt enorm’

Klaas Koelewijn, Janine van Os en Lenneke Wolswinkel | Zuidoost-Brabant

De ontwikkeling van zorg in onderwijstijd is in de regio Zuidoost-Brabant niet te stuiten. Aan het project ‘Collectieve inzet en bekostiging Zorg in Onderwijstijd’ doen maar liefst 21 gemeenten, twee jeugdhulpregio’s en vijf samenwerkingsverbanden mee. Stuurgroepvoorzitter Klaas Koelewijn en beleidsadviseur Janine van Os werken beiden bij het Samenwerkingsverband PO de Kempen waar het ooit allemaal begon. Lenneke Wolswinkel is aangetrokken als onafhankelijk regionaal projectleider.

Van lokale pilot naar regionale schaal

De beweging in de regio naar het collectief inzetten van zorg in onderwijstijd begon ooit op De Grote Aard, school voor speciaal onderwijs in de Kempen. Bedoeld om onderwijs en jeugdhulp beter met elkaar te verbinden. Daarmee was jeugdhulp direct op school en op maat beschikbaar en gingen vaste zorgprofessionals op school intensief samenwerken met het onderwijsteam.

De betrokkenheid van de twee programmamanagers van de jeugdhulpregio’s Samen voor Jeugd en een Tien voor de Jeugd bij dit initiatief leidde tot een bestuurlijke opdracht om zorg in onderwijstijd voor de hele regio te verkennen en te realiseren. Inmiddels is er bestuurlijk commitment en draagvlak voor het project in alle 21 gemeenten en vijf samenwerkingsverbanden in de regio Zuidoost-Brabant. Het project omvat 36 so-, vso- en sbo- scholen waarvoor collectieve afspraken worden gemaakt op basis van een evenredige, transparante verdeling van middelen.

’Onze manier van samenwerken is inmiddels breed overgenomen’, vertelt Janine van Os. ‘We bouwen voort op wat goed werkte in De Kempen en passen het voortdurend aan op steeds grotere regionale schaal. Ons uitgangspunt is werken vanuit de praktijk in aansluiting op wat daar nodig is en de oplossingen die daar zijn gevonden.’

‘We bouwen voort op wat goed werkte in De Kempen en passen het voortdurend aan op steeds grotere regionale schaal.’

Janine van Os

Lees ook praktijkvoorbeeld De Kempen

Projectleiding

Om de groei in goede banen te leiden is Lenneke Wolswinkel aangetrokken als onafhankelijk regionaal projectleider. Zij neemt haar ervaring met ZiO mee uit de regio Hart van Brabant en regio Amsterdam. Ze begon met het opzetten van een duidelijke projectorganisatie en het maken van een projectplan in aansluiting op wat er al was. Er kwam een stuurgroep met mandaat en onder voorzitterschap van Klaas Koelewijn. In de stuurgroep zitten twee wethouders namens de 21 gemeenten van de twee jeugdhulpregio’s, de vijf bestuurders van samenwerkingsverbanden en een programmamanager uit elk van beide jeugdhulpregio’s. Daaronder werkt een projectgroep met vertegenwoordigers van samenwerkingsverbanden en gemeenten die in direct contact staan met scholen, gemeenten en jeugdhulpaanbieders. Daarin worden de ervaringen in de samenwerking op uitvoerend, coördinerend en bestuurlijk niveau besproken. De stuurgroep neemt de besluiten, gevoed door de projectgroepleden, maar achter hen staan 21 wethouders en gemeenteraden en vijf samenwerkingsverbanden. ‘Dat vraagt veel afstemming, maar juist dat zorgt voor draagvlak,’ stelt Lenneke.

Proeftuinen

In 2024 zijn vijf proeftuinen georganiseerd op (v)so- en sbo-scholen, verspreid over beide jeugdhulpregio’s. Aan elke proeftuin was een project-duo verbonden dat bestond uit een beleidsadviseur van de gemeente en een beleidsadviseur of -medewerker van het samenwerkingsverband. Lenneke zag duidelijke verschillen tussen de proeftuinen. ‘We zagen bijvoorbeeld dat op cluster 4-scholen de link met thuis heel belangrijk is en kinderen ook veel systeem-problematiek met zich meebrengen. Bij een paar proeftuinen hebben we ook specifiek gekeken naar een betere aansluiting tussen scholen en de lokale gemeentelijke toegang tot jeugdhulp. Op die manier kan de zorg die thuis al ingezet wordt, beter afgestemd worden op wat op school geboden wordt.’

Financiering: naar een solidair macrobudget

In verband met de collectieve financiering van zorgprofessionals in de school vroeg de regio DSP-groep om ondersteunend dataonderzoek te doen en advies te geven over de bekostigingssystematiek. Janine legt uit waarom de regio dat nodig vond. ‘We willen werken aan een eerlijke en evenwichtige verdeling van de middelen zorg in onderwijstijd in de hele regio Zuidoost-Brabant zodat ook de toegang tot zorg niet afhankelijk is van de school of de woonplaats van een kind, want nu is dat historisch gegroeid en vaak ongelijk. Als de bestuurlijke besluitvorming is afgerond gaan we daarover in gesprek met de verschillende partners.’

Startfoto’s van de scholen gaven inzicht in leerlingaantallen, zorginzet, zorgzwaarte, doelgroepen en huidige inzet van middelen. Daarnaast kon de DSP-groep landelijke en regionale data en inzichten van de afgelopen jaren benutten.

‘De nieuwe bekostigingssystematiek die nu voorligt, voldoet aan een objectieve en evenwichtige verdeling van middelen zorg in onderwijstijd, is eenvoudig in gebruik, voldoende fijnmazig en empirisch onderbouwd’, stelt Lenneke. Op basis van de zorgzwaarte van de leerlingpopulatie en het aantal leerlingen van een school wordt bepaald welk collectief budget er per school beschikbaar is voor de inzet van jeugdhulp op school. Gemeenten betalen op basis van het woonplaatsbeginsel een vast bedrag voor elke leerling uit hun eigen gemeente die naar een so-, vso-, sbo-school in regio Zuidoost-Brabant gaat.

‘Het vraagt veel afstemming, maar juist dat zorgt voor draagvlak.’

Lenneke Wolswinkel

Inkoop en implementatie

In samenspraak met de inkopers en de contractmanagers van beide jeugdhulpregio’s is voor zorg in onderwijstijd een nieuwe inkoopprocedure gekozen. Dit heeft verschillende voordelen. Het is beter beheersbaar door de vaste kwaliteits- en prijsafspraken die beide jeugdhulpregio’s met alle zorgpartners maken. Hiermee komt een einde aan de huidige grote verschillen in tarieven tussen jeugdhulpaanbieders. Daarnaast krijgen contracten ook dezelfde looptijd, is er meer transparantie en juridische borging en een goede afbakening van de reikwijdte van de zorg. De gemeentelijke sociale teams doen mee aan gesprekken met scholen en zorgaanbieders over de zorginzet op school. Het is het streven dat in het schooljaar 26/27 alle 36 scholen in het speciaal onderwijs zorg in onderwijstijd hebben volgens de nieuwe collectieve werkwijze en bekostiging.

De stuurgroep heeft eerst ingestemd met de bekostigingssystematiek en vervolgens heeft het voorstel in de colleges van alle 21 gemeenten voorgelegen. ‘Dat laat wel zien hoe belangrijk bestuurlijk commitment is en ook hoe afhankelijk je bent van de besluitvorming in de individuele colleges,’ zegt Lenneke. ‘Maar het bestuurlijk commitment is groot, en dat helpt enorm.’ Inmiddels is bekend dat alle 21 gemeenten akkoord zijn gegaan en de gezamenlijke collectieve bekostiging en inzet van zorg in onderwijstijd in regio Zuid-Oost Brabant er gaat komen. Hiermee legt regio Zuidoost-Brabant de basis voor een structurele, gezamenlijke aanpak van jeugdhulp op school.

‘Wat deze regio bijzonder maakt, is de combinatie van bestuurlijke regie én operationele effectiviteit.’

Klaas Koelewijn

Continuïteit

Wat deze regio bijzonder maakt, is de combinatie van bestuurlijke regie én operationele effectiviteit. Klaas Koelewijn benadrukt dat de aanpak zich op een natuurlijke manier heeft ontwikkeld: ‘De huidige aanpak is niet ontstaan uit een blauwdruk, maar groeide stap voor stap. De basis werd gelegd tijdens een OOGO in 2015 én een regionale bijeenkomst van onderwijs- en jeugdzorgprofessionals in 2016. Sindsdien is de afstemming tussen gemeenten en schoolbesturen op uitvoerend, coördinerend én bestuurlijk niveau organisch gegroeid, met in elke subregio een vaste taakgroep. In die taakgroepen zit altijd iemand van een schoolbestuur en een beleidsadviseur van een gemeente. Zo waarborgen we continuïteit, ook bij de vierjaarlijkse wisseling van wethouders.’ Het initiatief voor deze aanpak lag in de De Kempen en werd afgelopen jaren verbreed naar de hele regio Zuidoost Brabant. De werkwijze blijkt waardevol bij nieuwe uitdagingen, zoals bij de komst van duizenden nieuwkomers door de groei van techbedrijf ASML. ‘We gebruiken dezelfde principes om die opgave aan te pakken,’ stelt Klaas.

Kansen voor de Wlz

Naast de huidige bekostiging op basis van de Jeugdwet, kijkt de regio Zuidoost-Brabant ook naar mogelijkheden voor de financiering van zorg in onderwijstijd op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). ‘De implementatie van de collectieve bekostiging en de inzet van jeugdhulp vraagt de komende periode nog veel tijd en energie,’ vertelt Lenneke. ‘Maar we verkennen bij één proeftuin al of we ook kunnen gaan toewerken naar collectieve bekostiging van zorg op basis van de Wlz. We trekken hierin samen op met zorgkantoor CZ en zien kansen om hierover afspraken te maken voor de hele regio en ook voor het Wlz-deel tot collectieve bekostiging van zorg in onderwijstijd te komen.’

Lessen voor andere regio’s

De boodschap van de regio Zuidoost-Brabant is helder: begin klein, bouw een stevig bestuurlijk netwerk en werk data-gedreven. Betrek scholen, gemeenten en zorgpartners actief en geef ruimte voor maatwerk. ‘De energie komt van onderop, vanuit de uitvoering,’ stelt Klaas, ‘maar we hebben wel een dak nodig. “In samenhang bottom up en top down sturen”, noemen we dat. Janine benadrukt dat het traject nog lang niet klaar is: ‘We moeten hier voortdurend aan blijven werken. Je kunt niet zeggen: “nu loopt het wel”. We blijven werkgroepen opzetten, betrekken wie nodig is, en zorgen dat iedereen in de regio aangesloten blijft – scholen, jeugdhulp en gemeenten.’

Terug naar het hoofdstuk Samenwerken
Naar de homepage