‘Steek in het belang van het kind
je nek uit’
Sinds 1 januari 2025 doen alle tien gemeenten in de jeugdzorgregio Groningen mee aan het collectief aanbieden van jeugdhulp op drie cluster 3-scholen voor speciaal onderwijs en vier schakelvoorzieningen rondom het gespecialiseerd onderwijs. Daarmee willen ze voorkomen dat kinderen en jongeren uitvallen in het onderwijs. Wethouder Jeugd Manouska Molema van de gemeente Groningen trekt daarvoor zoveel mogelijk samen op met andere bestuurders.
‘De wens om de jeugdhulp op school te collectiveren stond al in onze regiovisie jeugd van 2021. We wilden meer rust op school door te werken met vaste gezichten. Een paar initiatieven, zoals schakelvoorziening ’t Koepeltje in Bedum, waren daarmee al mee bezig om te voorkomen dat kinderen uit het onderwijs zouden uitvallen. Uit die ervaringen bleek dat het collectiveren van de jeugdhulp in het speciaal onderwijs niet alleen de kwaliteit verbeterde, maar de gemeenten ook geld kon besparen. Daarom heb ik op een gegeven moment alle wethouders van de betrokken gemeenten afgebeld om hun steun te vragen voor het samen delen van de rekening van jeugdhulp op school.’ Mede door haar persoonlijke aanpak hebben alle wethouders ingestemd met het collectief financieren van schakelvoorzieningen. Dat is vervolgens ambtelijk uitgewerkt in een voorstel waarin de kosten en baten, zowel maatschappelijk als financieel, duidelijk zijn gewerkt.
"Uit die ervaringen bleek dat het collectiveren van de jeugdhulp in het speciaal onderwijs niet alleen de kwaliteit verbeterde, maar de gemeenten ook geld kon besparen. Daarom heb ik alle wethouders van de betrokken gemeenten afgebeld om hun steun te vragen voor het samen delen van de rekening van jeugdhulp op school."
Manouska Molema
Kostenbesparing
Binnen de gemeente Groningen was het belang van de collectivering van zorg in onderwijstijd min of meer vanzelfsprekend. ‘Wij hebben veel voorzieningen in het speciaal onderwijs en vinden het in het belang van de regio Groningen om daarin te investeren. Doorslaggevend om iedereen in beweging te krijgen was de combinatie van het voordeel voor de kinderen en de kostenbesparing. Om de subsidie te bepalen hebben we de kosten van de individuele indicaties opgeteld en vergeleken met de kosten per kind bij een collectieve uitvoering en groepsgebonden bekostiging. Dat we konden besparen, kwam ook doordat de zorgaanbieders met andere tarieven konden werken omdat ze meer zekerheid kregen. In overleg met de scholen bleven ze meestal op de scholen waar ze al aan verbonden waren.’
Maatschappelijke kosten
In de gemeente Groningen was er ook geen discussie over de vraag of het onderwijs of de jeugdhulp verantwoordelijk moest zijn voor de ondersteuning van kinderen op school. ‘Wij vinden het belangrijk om kinderen in het onderwijs te houden omdat zijrecht hebben op onderwijs en ontwikkeling. Als dat niet lukt, lopen we het risico op hogere maatschappelijke koste, bijvoorbeeld omdat ze dan voor dagbesteding naar een zorgboerderij moeten. Daarom vinden we dat onderwijs en jeugdhulp partner zijn voor de grote uitdagingen en samen moeten optrekken. Over wie wat moet doen hebben we geen harde protocollen.’
Ze verwijst naar het rapport de Commissie Van Ark over de hervorming van de jeugdzorg. ‘Die heeft erop gewezen dat het belangrijk is om in het onderwijs rekening te houden met risicofactoren vanuit de context van kinderen en hen zoveel mogelijk in het onderwijs te houden. Vandaar dat wij ook vier schakelvoorzieningen hebben om uitval en thuiszitten te voorkomen. We komen niet uit met het geld dat we daarvoor krijgen. Maar we weten dat deze kinderen anders risico lopen minder zelfredzaam te zijn en een minder goede toekomst hebben met meer persoonlijke problemen. Je kan met gezond verstand bedenken dat kinderen dan een groot beroep gaan doen op de Jeugdwet, Participatiewet, de Wmo en de zorg. En dat de maatschappelijke problematiek toeneemt omdat hun bestaanszekerheid gevaar loopt als ze volwassen worden zonder basiskwalificatie. Met hulp van het onderwijs kunnen we dat nog bijsturen.’ De Groningse gemeenten betalen de schakelvoorzieningen samen met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. ‘Daar hebben we met de samenwerkingsverbanden geen discussie over; dat vinden we van twee kanten vanzelfsprekend’.
Normaliseren
Omdat het speciaal onderwijs vol zit, wordt in de gemeente Groningen ook veel jeugdhulp in het regulier onderwijs ingezet. En van de meeste specialistische zorgaanbieders wordt verwacht dat zij ook actief zijn in de thuissituatie. ‘Op dit moment speelt bij ons ook de vraag of we meer welzijn kunnen toevoegen aan het onderwijs in plaats van specialistische zorg’, vertelt de wethouder. ‘We willen specialistische zorgvragen voorkomen door ontwikkelings- en opvoedingsvragen te normaliseren en te zorgen dat ze binnen de school worden opgelost. Daarvoor willen we bijvoorbeeld ook het aanbod van lichte hulp en de verlengde schooldag uitbreiden.’ Ouders zijn tot nu toe vooral betrokken bij specifieke concrete initiatieven zoals het normaliseren van de naschoolse opvang voor kinderen uit het speciaal onderwijs. ‘Daarover hebben we ook zelf met de ouders gesproken en het aanbod geëvalueerd. Bij het regionaal beleid zijn ouders niet actief betrokken. Dat willen we wel gaan doen bij het evalueren van de collectieve inzet in 2027.’
Eén van de gemeenten waar de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg steeds dichter bij het kind wordt georganiseerd, is Veendam. Het gaat om kinderen die eerder naar een dagbesteding gingen, maar van wie duidelijk is dat ze zich nog verder kunnen ontwikkelen. Zij gaan nu naar een onderwijs-zorgklas, waar collectieve jeugdzorg aanwezig is. Deze klas bestaat uit negen kinderen uit twee gemeenten Midden Groningen en Veendam. In de klas is ook een orthopedagoog aanwezig, die de kinderen ondersteunt. Voor het voortgezet onderwijs is de wens om deze aanpak voort te zetten in de vorm van collectieve jeugdhulp. Dit wordt opgepakt door de tien gemeenten in de jeugdzorgregio. Het maakt deel uit van de uitvoering van de Agenda Onderwijs en Jeugdhulp 2025, waarin de Groningse gemeenten samenwerken.
Niet dominant
Als wethouder van de grootste gemeente in de regio Groningen is Manouska Molema automatisch voorzitter van het besluitvormend overleg over Publieke Gezondheid & Zorg. Zij is degene die naar buiten treedt als dat bestuurlijk nodig is. ‘Maar ik vind het niet gezond als niemand met mij meekijkt. In onze regio werk ik in een duo met wethouder Ans Grimbergen van Veendam. Een deel van het succes van onze samenwerking is dat de gemeente Groningen in de tien gemeenten werkt vanuit een regionaal belang. We maken keuzes die goed zijn voor de stad én de regio.’
Sinds het vaststellen van de regiovisie worden de gemeenteraden gezamenlijk en gelijktijdig op de hoogte gehouden van de voortgang van de uitvoering. En uiteraard beantwoordt Manouska zo nodig in haar eigen gemeenteraad vragen over de collectivering.
Gewoon dóen
Wethouder Molema adviseert collega-bestuurders om niet te aarzelen bij het collectiveren van zorg op school. ‘Gewoon doen en het belang van het kind vooropstellen. Bedenk hoeveel persoonlijk leed het kan schelen en wat de gevolgen voor de gemeente kunnen zijn. Zoek partnerschap en stap over de grenzen van je eigen beleid heen. Steek je nek uit en heb begrip, bijvoorbeeld voor de moeilijke context van specialistische zorgaanbieders die moeten werken met minimale marges. Zorg dat zij kunnen investeren in hun personeel. Investeer in goede onderlinge verhoudingen.’