‘Steeds alert blijven en bijstellen als dat nodig is’
Zorg in Onderwijs is in Apeldoorn vanzelfsprekend. In ieder geval zo lang als Anja Baars, directeur van het samenwerkingsverband primair onderwijs, Karin Frieling, manager van zorgaanbieder De Passerel, en Ellen Oostenrijk, directeur van Het Kroonpad voor speciaal onderwijs, in die gemeente werken. Maar dat vraagt van hen wel dat zij anticiperen op de groei en verandering van hun onderwijs- en zorgpopulatie.
Ruim voor de wettelijke veranderingen op het gebied van passend onderwijs in 2014 en van jeugdhulp in 2015 stond in de gemeente Apeldoorn het recht op onderwijs voor alle kinderen al centraal, vertelt Anja Baars. ‘Al bij de afbouw van de gespecialiseerde kinderdagverblijven heeft de gemeente Apeldoorn in haar visie op de ontwikkeling van kinderen het recht op leren centraal gesteld. Daardoor is het hier vanzelfsprekend dat kinderen met een verstandelijke, fysieke of meervoudige beperking in het speciaal onderwijs ook de zorg krijgen die zij nodig hebben. De gemeente heeft daar nooit op ‘bezuinigd.’ Dat is te merken op: Het Kroonpad, een school voor kinderen met een revalidatievraag, lichamelijke of meervoudige beperking (leerroute 1 tot 7) en de Zonnehoek, voor kinderen met LVB of ASS. Ellen Oostenrijk van Het Kroonpad heeft veertien klassen onder haar hoede. De kleinste klassen zijn bestemd voor acht leerlingen (leerroute 1 en 2) met een ernstige meervoudige beperking (emb). De grootste klassen voor twaalf leerlingen die om andere redenen speciale begeleiding nodig hebben. ‘Vroeger gingen leerlingen met een ernstige meervoudige beperking naar de dagbesteding’, vertelt Ellen. ‘Tegenwoordig gaan ze naar school en is er in iedere klas standaard een vaste zorgmedewerker van De Passerel aanwezig. En soms zijn dat er twee als dat nodig is.’
"Vroeger gingen leerlingen met een ernstige meervoudige beperking naar de dagbesteding. Nu gaan ze naar school en is er in iedere klas een vaste zorgmedewerker aanwezig."
Ellen Oostenrijk
Zonder zorg geen onderwijs
Voor de financiering van Zorg in Onderwijs is de afspraak met de gemeente en ouders dat voor iedere leerling in leerroute 1 en 2 op basis van een indicatie voor de Wlz of de Jeugdwet één uur per dag, dus vijf uur per week, zorg in de klas wordt ingezet.
Door die uren bij elkaar op te tellen kan de school vaste mensen van De Passerel inschakelen voor de zorg in de klas. ‘Ik ben heel blij dat onze school in de gemeente Apeldoorn staat bij en onder dit samenwerkingsverband valt. De leerlingen kunnen bij ons op school zitten omdat we een goede financiering krijgen. Doordat zij een hoge bekostiging toelaatbaarheidsverklaring hebben, kunnen we die kleine klassen hebben met vaste mensen op de groep. Dat betekent in praktijk dat we bij de lage leerroutes vaak vier volwassenen in de klas hebben. Een onderwijsondersteuner, een leerkracht en dan nog twee mensen vanuit de zorg. Zij verzorgen de leerlingen. Dus dan gaat het om medische handelingen, om de algemene dagelijkse dingen. Zonder zorg binnen het onderwijs zou het ook niet lukken.’
Een gewone schooldag
Voor leerlingen in de hogere leerroutes maakt De Passerel ook wel individuele afspraken, bijvoorbeeld voor hulp bij eten en toiletgang. ‘Voor onze leerlingen is het belangrijk om vaste begeleiders te hebben’, zegt Ellen. Die vaste begeleiders draaien niet alleen mee in het schoolprogramma, maar zijn ook betrokken bij de therapie en revalidatie die kinderen krijgen. ‘Als daarvoor meer dan vijf uur per week nodig is, betalen we dat vanuit de school meestal met behulp van de EMB-regeling. We willen dat kinderen zoveel mogelijk een gewone schooldag hebben.’
De uitdaging is om voortdurend kritisch te blijven kijken en in gesprek te blijven over de inhoud van zorg en onderwijs. ‘Met ouders proberen we zo open mogelijk te praten over wat een goed leven voor hun kind is en wat hun kind daarvoor nodig heeft. Ieder kind heeft het recht om het op school te proberen en daar andere kinderen te ontmoeten. Wij hebben in Het Kristal een prachtig gebouw waarin we samen met het regulier onderwijsactiviteiten zoals een leerorkest, praktijkklassen en sportactiviteiten organiseren. Mijn droom is dat uiteindelijk alle kinderen met elkaar in de klas zitten. Zover is het nog niet, maar volgend jaar gaan er wel een paar kinderen van ons naar groep 3 en 4 lessen volgen op één van de reguliere scholen in ons gebouw. En we hebben ook een oudleerling die hier nu lesgeeft, in een elektrische rolstoel.’
Leerplicht
De bestuurlijke borging van Zorg in Onderwijstijd in Apeldoorn en omliggende gemeenten ligt in de leerplichtwet, stelt Anja. ‘Daarvoor zitten wij als samenwerkingsverband steeds om de tafel met de gemeente Apeldoorn. Van de ruim 12.000 kinderen in ons werkgebied hadden en er de afgelopen jaren tussen de 15 en 27 een leerplichtontheffing van maximaal een jaar. Dat zijn vooral kinderen die alleen naar dagbesteding gaan. We hebben geen thuiszitters in deze groep.’ Het lukt volgens haar om het aantal leerplichtontheffingen zo laag mogelijk te houden door de korte lijnen tussen gemeente, onderwijs en zorg. ‘De mensen van de Doggersbank, het Vroeghulpcentrum van De Passerel, zitten bij ons multidisciplinair overleg (MDO) aan tafel om de zorgvraag te bespreken met onze mensen van het samenwerkingsverband, die weer goed op de hoogte zijn van de leerroutes en naadloos aansluiten op wat kinderen inhoudelijk nodig hebben. Vervolgens vraagt De Passerel de uren voor zorg aan bij de gemeente.’ Karin bevestigt dat de gemeente de onderbouwde aanvragen van De Passerel overneemt. ‘We bekijken met de ouders en de school hoeveel uur zorg een kind daar nodig heeft. De gemeente beseft ook dat jonge kinderen soms nog niet voor de Wlz in aanmerking komen en daarom zorg op basis van de jeugdwet nodig hebben. En als een kind later toch naar de Wlz gaat, blijft het principe overeind dat de zorg aan onderwijs wordt toegevoegd. Daarover hoeft dan niet opnieuw gepraat te worden.’ Met ouders is er geen discussie over de financiering. ‘We zeggen tegen ouders dat we het zo doen.’
"We willen zorgen dat alle kinderen naar school kunnen, maar we willen niet dat andere kinderen daar de dupe van worden."
Anja Baars
Geleerde lessen
Dat Zorg in Onderwijs goed geregeld is in Apeldoorn, betekent niet dat er geen aandacht meer aan hoeft te worden besteed. ‘We moeten steeds alert blijven en dingen bijstellen als dat nodig is,’ stelt Anja. Als voorbeeld van de keuzes die Apeldoorn op grond van ervaring maakt, geeft ze de noodzaak om flexibel om te gaan met de leerplichtleeftijd. ‘We merkten dat sommige kinderen op hun vijfde jaar nog niet naar school konden, vooral vanwege hun gedrag en hun ontwikkelingsniveau. We hebben bijvoorbeeld meegemaakt dat een jongetje dat te vroeg naar school ging, daar erg agressief van werd en uiteindelijk naar de dagbesteding moest. Gelukkig ontwikkelde hij zich daar goed. We bespreken elk jaar zijn ontwikkeling en of een overstap naar onderwijs voor hem mogelijk is. Leerplicht en het samenwerkingsverband laten hem niet los. Daaruit hebben wij wel de les geleerd dat we beter eerst in De Doggersbank kunnen laten uitzoeken wat een kind van vijf jaar op grond van zijn ontwikkelingsniveau nodig heeft. Op dit moment zitten er dertig kinderen van boven de vijf jaar in zo’n ontwikkelingspad bij De Passerel.’
Een ander initiatief dat vanuit de samenwerking werd genomen om thuiszitten te voorkomen is de oprichting van “De Meerwaarde”, een dependance van Het Kroonpad bij zorginstelling ’s Heerenloo. Daar kunnen tien kinderen terecht voor wie de schoolse setting van bijvoorbeeld de Zonnehoek of Het Kroonpad niet geschikt is in verband met zeer complexe sociale problematiek of gedragsproblematiek. Deze tijdelijke combinatie van onderwijs (1 à 2 jaar) in zorg is bedoeld om de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen heel goed in kaart te brengen en hen dan uit te laten stromen naar het speciaal onderwijs of een vorm van behandeling.
Uitdagingen in de financiering
De gezamenlijke, krachtige visie van gemeente, samenwerkingsverband, schoolbesturen en zorgpartners staat tot nu toe niet ter discussie. Wel wijst Anja erop dat het samenwerkingsverband bovenmatig bijdraagt aan de bekostiging van deze kinderen als je dit vergelijkt met het landelijk gemiddelde. ‘Dat komt doordat we, in plaats van het landelijke gemiddelde van 0,17 procent van de kinderen, hier met 0,33 procent het dubbele aantal kinderen hebben dan waar de bekostiging op gebaseerd is. En die groep blijft bij ons groeien en op het budget van het samenwerkingsverband drukken. We hebben daarover in Den Haag al aan de bel getrokken, maar geen gehoor gevonden. Daardoor dreigen we steeds meer in een spagaat te komen. We willen zorgen dat alle kinderen naar school kunnen, maar we willen niet dat andere kinderen daar de dupe van worden. De schoolbesturen binnen het samenwerkingsverband dragen deze aanpak. Het vraagt wel dat we hen hierover elk bestuurlijk overleg informeren om zo draagvlak te behouden.’
Het samenwerkingsverband wil samen met de scholen voor speciaal onderwijs en de zorgaanbieder in Apeldoorn een signalerende functie vervullen en oplossingsgericht blijven werken aan zorg in onderwijs. ‘Voor de gemeente zijn wij de spin in het web van passend onderwijs,’ stelt Anja.
Wachtlijsten en thuiszitten voorkomen
De korte lijnen in Apeldoorn worden ook benut om snel oplossingen te vinden als er wachtlijsten dreigen, bijvoorbeeld voor het groeiende aantal kinderen met ernstige problematiek. ‘We gaan dan meteen met het samenwerkingsverband en het centrum voor jeugd en gezin in gesprek over wat we zien gebeuren’, vertelt Karin. ‘Hadden we in 2015 nog vijftig kinderen op de Doggersbank, nu is dat aantal bijna verdubbeld en hebben we een capaciteitsprobleem.’
Het samenwerkingsverband erkent het probleem en heeft daarom twee jaar geleden een denktank opgericht. Om de vraag te beantwoorden hoe om te gaan met deze groei, hoe die te betalen en wie waar bestuurlijk verantwoordelijk voor is. ‘Om wachtlijsten en thuiszitten te voorkomen is het belangrijk om geld te oormerken voor zorg in het speciaal onderwijs. Tot nu toe stond het ministerie daar niet voor open. Dat dwingt ons tot het stellen van een mogelijk quotum en daar maak ik me echt zorgen over.’
Een oplossing wordt nu gezocht in het onderbrengen van een paar groepen voor leerroute 1 en 2 in een andere school voor speciaal onderwijs in de regio die zulke groepen nog niet heeft. ‘Als dat niet lukt, moeten we met De Passerel gaan bekijken welke kinderen dit onderwijs het meest nodig hebben.’ Ook Karin vindt dat een ingewikkeld vraagstuk, vooral tegenover ouders. ‘Dan gaat het over de vraag wie er voorgaat, in plaats van om de vraag wat passend is. Tegelijkertijd zien we dat door onze manier van samenwerken dit vraagstuk alle aandacht heeft. We kunnen dit ook bespreken vanuit onze uitgangspunten en het onderling opgebouwde vertrouwen. En tot nu toe hebben we nog altijd een passend antwoord hebben gevonden.’
"Tot nu toe hebben we nog altijd een passend antwoord gevonden."