Stap 4 Indicatoren formuleren
Monitoringstool > Stap 4: Indicatoren formuleren
Belangrijkste vragen in deze stap
- Weet je precies wat je wilt monitoren?
- Heb je deze indicatoren omschreven zodat je een aantal of percentage gaat monitoren?
- Welke doelgroep wil je monitoren per indicator?
- Waar wil je de resultaten mee gaan vergelijken?
Vooraf weten wat je achteraf wilt zien
Het is belangrijk om samen met je partners vooraf scherp te hebben wat je in beeld wilt brengen.
Welke vragen wil je met behulp van de monitor kunnen beantwoorden?
Je hebt je doelen op maatschappelijk niveau, ook wel maatschappelijke resultaten genoemd, geformuleerd, bijvoorbeeld met behulp van het kwaliteitskompas. Zie daarvoor: 1A. Staat van onze jeugd - Kwaliteitskompas (foleon.com). Om te kunnen volgen hoe het met de resultaten gaat, ga je indicatoren formuleren: concrete aspecten die je gaat bekijken om te zien of je doel bereikt wordt. Bijvoorbeeld: hoeveel jongeren school verlaten met een startkwalificatie is een indicator voor het doel meer schoolsucces. Een indicator vraagt altijd om een aantal of een percentage. De volgende vragen kunnen je helpen bepalen welke indicatoren je nodig hebt om je doelen te monitoren:
- Wat versta je onder het doel? Waar denk je dan aan? Wat bedoel je precies met je formuleerde doel? Wat is bijvoorbeeld schoolsucces of kansengelijkheid? Waar denk je dan aan? Gaat schoolsucces over het halen van goede cijfers, over aanwezigheid of over het behalen van een startkwalificatie?
- Wat staat er in de plannen over deze doelen? Welke plannen zijn er om deze doelen te bewerkstelligen? Komt dit overeen met je antwoord op de vorige vraag? Of is er nog een aanvulling nodig op basis van de plannen?
- Waaraan zie je hoe het gaat met dit doel? Waaraan zie je of je je doel bereikt? Nu je weet wat je doelen precies inhouden, kun je bepalen hoe je deze wilt gaan monitoren. Waaraan zie je hoe het gaat met het doel? Wanneer heb je je doel bereikt? Gaat schoolsucces volgens jou over het behalen van een startkwalificatie? Dan kun je schoolsucces monitoren aan de hand van het percentage gehaalde diploma op havo-, vwo- en mbo 2 of hoger-niveau.
Indicatoren hoef je niet altijd zelf te bedenken. Je kunt ook bestaande indicatoren gebruiken die al bekeken en besproken worden, zolang deze maar het doel in beeld brengen dat je voor ogen hebt.
Uit de praktijk
Van doel naar indicator
Preventiemonitor Zutphen Aan de hand van de volgende stappen zijn de indicatoren voor ‘gezond, veilig en kansrijk opgroeien’ bepaald. Eerst is met alle betrokken partners onderzocht wat zij precies verstaan onder gezond, veilig dan wel kansrijk opgroeien. Door de resultaten hiervan met elkaar te bespreken is bepaald wat de belangrijkste elementen zijn. Deze zijn naast het beleids- en preventieplan gelegd en waar nodig aangevuld. Vervolgens zijn de elementen verder geconcretiseerd door elkaar te vragen: ‘Wat willen we hierop bereiken?’ en ‘Waaraan zien we of we dit bereikt hebben?’ De eerste vraag leidt tot de formulering van concrete resultaten, zoals ‘een dak boven het hoofd’ en ‘geen kindermishandeling of geweld’. Deze doelen zijn vervolgens meetbaar te maken met indicatoren zoals het aantal dakloze jongeren en het aantal meldingen bij Veilig Thuis.
Indicatoren concretiseren
Om ervoor te zorgen dat de monitor het proces ondersteunt dat je voor ogen hebt, is het bij de indicatoren belangrijk om na te denken over de volgende vragen:
- Op welke doelgroepen willen we kunnen inzoomen bij deze indicator? Het is handig als je vooraf weet tot welk niveau je gegevens wilt kunnen bekijken. Zijn gegevens van de volledige groep genoeg? Of wil je ook iets kunnen zeggen over specifieke groepen, zoals verschillende scholen of verschillende wijken? Of kijk je op sociaal-demografisch niveau, bijvoorbeeld naar geslacht en leeftijd? Als je dergelijke kenmerken met de data verzamelt, kun je achteraf zien waar en bij wie problemen zich vaker voordoen of in welke doelgroep je het meest wilt investeren. Als je dit scherp hebt voordat je de data verzamelt, dan hoeven de benodigde gegevens niet achteraf nog aan de dataset gekoppeld te worden.
- Met welke frequentie willen we informatie verzamelen voor deze indicator? Indicatoren kunnen iets zeggen over verschillende tijdsperioden, bijvoorbeeld een jaar of een maand. Als je hier van te voren bij stilstaat, helpt dat je bij het zoeken naar geschikte data in de volgende stap. Niet alle data zullen namelijk beschikbaar zijn voor de verschillende tijdsperioden. Daarnaast wil je misschien trends kunnen bekijken door data van verschillende jaren of maanden naast elkaar te zetten.
- Welke vergelijkingen willen we maken bij deze indicator? Als je wilt kunnen bekijken hoe jouw regio of gemeente het doet ten opzichte van andere regio’s of gemeenten, of ten opzichte van het landelijk gemiddelde, dan is het handig om je indicator hierop af te stemmen. Dit kun je doen door te bekijken welke data (openbaar) beschikbaar zijn in andere regio’s of in landelijke dashboards. Door hier rekening mee te houden bij de keuze van je indicatoren kun je achteraf vergelijkingen maken met andere regio’s of gemeenten.