Welke behoeften hebben beleidsmakers nog meer?

  • Faciliteren van uitwisseling
  • Ondersteunen bij het toepassen van kennis
  • Kennis helpen de organisatie in te brengen

Faciliteren van uitwisseling

Beleidsmakers leren graag van andere gemeenten en collega beleidsmakers. Ze wisselen graag uit over de uitdagingen en worstelingen in hun dagelijkse praktijk. Hoe is dat bij jullie? Hoe gaan jullie hiermee om? Wat heeft geholpen? Het is prettig om met gelijkgestemden hierover te kunnen sparren. Het geeft herkenning en het besef dat anderen ook hiermee te maken hebben, relativeert. Beleidsmakers vinden uitwisseling ook een fijne manier om ideeën en inspiratie op te doen. Hoe doet men dat elders? Welke mogelijkheden zijn er? Waar kan ik allemaal aan denken? Ze weten vaak wel wat buurgemeenten doen, maar horen ook graag wat er op andere plekken gebeurd.

Wat betekent dit voor jou?

Beleidsmakers hebben weinig tijd om uitwisseling zelf te organiseren. Hier zien ze een rol voor een kennisinstituut als het NJi. Dit kan middels online of fysieke bijeenkomsten, maar ook via bijvoorbeeld een podcast of met behulp van uitgewerkte voorbeelden.

Ondersteunen bij het toepassen van kennis

Gemeentelijke beleidsmakers willen geholpen worden bij het toepassen van kennis. Wat betekent deze kennis voor onze lokale situatie? Op welke manier kan ik deze kennis gebruiken in onze context? Het ontbreekt hen aan de tijd om deze vertaalslag zelf goed te maken, of de kennis is nog niet toereikend genoeg. De kennis is dan nog te abstract, heeft een te hoog ‘opendeur’-gehalte of staat te ver af van de dagelijkse realiteit.

Wat betekent dit voor jou?

  • Biedt concrete en praktische kennis die helpend is in de dagelijkse praktijk. Het liefst met handvatten of stappenplannen die ze kunnen gebruiken.
  • Ondersteun in de vorm van sparringpartner.

Goede voorbeelden: Impact in de wijk, podcast beleidsmakers Jeugd, ….

Terug naar Kennis en de gemeentelijke beleidsmaker
Wat voor soort kennis zoekt de gemeentelijke beleidsmaker?
Wat is belangrijk bij het aanbieden van kennis?
Welke bronnen gebruikt de beleidsmaker vooral?