Het Domein Overstijgende Analyseteam
Drentse gemeenten werken aan dekkend netwerk onderwijs zorg
Ramona van der Velde werkt voor het Samenwerkingsverband primair onderwijs 22-02 in de Drentse gemeenten Emmen en Borger Odoorn aan een dekkend netwerk voor onderwijs en zorg.
Het Domein Overstijgend Analyseteam (DOA) speelt daarin een centrale rol. Uitgangspunt is dat geen kind tussen wal en schip mag vallen. Inmiddels wordt er in het samenwerkingsverband daarom vanuit drie programmalijnen gewerkt.
Brainstorm
‘Het DOA is beschikbaar op het moment dat de school of jeugdhulpaanbieder vastloopt met een kind en geconstateerd wordt dat er domein overstijgend meegedacht moet worden’, legt Ramona uit. ‘Het is ontstaan omdat iedereen vanuit de eigen expertise, los van elkaar, aan de slag ging als een kind in het onderwijs of in de zorg vastliep. In het belang van kinderen en ouders heeft het samenwerkingsverband toen het initiatief genomen voor een andere aanpak, in overleg met de gemeente Emmen en een aantal pioniers vanuit zorg en onderwijs die zorg en onderwijs beter wilde verbinden. Het idee voor het DOA is ontstaan uit een brainstorm met verschillende partijen. Inmiddels maken scholen, zorgaanbieders en het samenwerkingsverband iemand vrij om een keer per maand bij het DOA-overleg aanwezig te zijn.’
De aanpak van het DOA
Professionals van alle organisaties die contact hebben met kinderen en hun ouders kunnen een bespreking in het DOA aanvragen. Daarvoor kunnen ze de dossiers delen met de voorzitter van het DOA. De voorzitter uploadt de dossiers vervolgens in een beveiligde omgeving, zodat die een week van tevoren zijn in te zien. Gemiddeld behandelt het DOA drie casussen per keer. Vier casussen per DOA is volgens Ramona echt het maximum: ‘Het zijn intensieve overleggen. Per kind duurt het overleg met de ouders een half uur.
Je moet het zien als een intervisieachtige bijeenkomst waarin we heel veel vragen stellen aan de ouders, maar ook aan alle andere betrokkenen. Aan het einde van dat half uur is er een pasklaar advies, een besluit welke interventies worden ingezet op school of is besloten welke partijen aangehaakt moeten blijven om een kind uiteindelijk ergens op een passende plek te krijgen.
Ook kan het DOA besluiten welke interventies ingezet kunnen worden waardoor het kind op de school kan blijven waar het op dat moment naartoe gaat.’
Het DOA verwijst een kind dus niet automatisch naar een andere school. ‘Bij de start van het DOA ging het wel vooral over het vinden van een andere school die het beste bij het kind paste. Maar na twee jaar zien we dat scholen nu ook vragen welke interventies ze kunnen inzetten en wie hen kan helpen om te zorgen dat het kind nog de kans krijgt.’ Ook komt er door het DOA meer onderlinge uitwisseling op gang: ‘Laatst gaf een leerkracht die begon in het sbo aan dat ze nog niet zoveel kennis heeft op een bepaald gebied. Ze vroeg of iemand haar kon coachen. We zorgen er dan voor dat een van de mensen die aansluiten bij het DOA een tijdje oploopt met deze leerkracht.’
Kansrijk adviseren
Het DOA heeft inmiddels drie programmalijnen uitgezet. Programmalijn 1 zet fors in op het gespecialiseerd onderwijs. ‘In de samenwerking merkten we dat de doorstroom van jonge kinderen bijvoorbeeld niet goed verliep. We hebben echt wel kinderen met onderwijskansen en mogelijkheden, maar er is lef nodig om hen kansrijk te adviseren.’ Daarom is op alle scholen voor gespecialiseerd onderwijs gezorgd voor Gespecialiseerd Kleuter Onderwijs (GKO’s) met verbrede toelating. ‘Dat betekent dat kinderen die eerst ver buiten de regio naar school moesten, nu in Emmen naar school kunnen.’ Professionals van zorginstelling Cosis zijn actief in die GKO-groepen en worden bekostigd met subsidie van de gemeente Emmen en het samenwerkingsverband. ‘In elke GKO-groep is naast de leerkracht een zorgmedewerker aanwezig.
De leerkracht en de jeugdhulpverlener versterken elkaar. Zo worden mogelijkheden van de leerling beter onderkend en dat ondersteunt kansrijk adviseren.’
Daarnaast is in deze programmalijn op de cluster 4 school c een SO-plus groep opgezet, vooral voor kinderen die al langere tijd thuis zitten en de schoolgang weer moeten opbouwen. ‘Ze beginnen met twee keer twee uurtjes per week, om uiteindelijk volledig naar school te gaan. En dat levert resultaat op. Inmiddels zijn al meerdere kinderen succesvol terug of naar sbo of so gestroomd, dus vanuit een thuissituatie naar een volledige schoolgang. In deze SO-plus groep werken een leerkracht en een medewerker van Yorneo.’
Programmalijn 1
De huiskamer
Op alle gespecialiseerde scholen is in deze programmalijn ook een huiskamer ingericht met zorgmedewerkers van Cosis. Die huiskamer is bedoeld om leerlingen gedurende de dag preventief de mogelijkheid te geven om extra ondersteuning te krijgen. ‘Daardoor kunnen ze even een kwartiertje uit de klas om te reguleren, bijvoorbeeld na aankomst met de taxi of voor of na de pauzes. Vervolgens kunnen zij dan weer de klas in.
Daardoor is het aantal schorsingen en verwijderingen enorm teruggedrongen. Het mooie aan de huiskamer is dat ze ook een dagvullend arrangement kunnen bieden, bijvoorbeeld als er gebruik wordt gemaakt van de Variawet en kinderen geen hele schooldag aankunnen. Met de huiskamer voorkom je dat het kind met vervoer naar verschillende plekken moet, van school naar zorginstelling of bso.’
Zorg en expertise in het regulier onderwijs
Programmalijn 2 is ingezet op basisscholen plus, naast initiatieven van de gemeenten. De gemeente Borger Odoorn heeft bijvoorbeeld kansencoaches op basisscholenplus ingezet. ‘Daardoor krijgen kinderen die normaal misschien wel verwezen zouden worden naar het speciaal onderwijs, nog wat meer kansen in het regulier onderwijs.’ De gemeente Emmen heeft op een aantal scholen een zorgmedewerker ingezet die samen met een schoolmedewerker optrekt. Dat wordt Integrated Care genoemd.
Doel van de pas gestarte programmalijn 3 is het brengen van pedagogische en didactische expertise naar de reguliere scholen. ‘We hebben daarvoor een leerkracht die haar ervaring van 25 jaar in het sbo deelt met collega’s.
Het samenwerkingsverband verbindt in dit geval vraag en aanbod. De leerkracht wordt ingezet om met leerkrachten mee te denken, ze van praktische tips te voorzien, ze te helpen waar nodig en ze te leren achter het gedrag te kijken.
Ook organiseert het samenwerkingsverband een kenniscafé. ‘De eerste twee gingen over traumasensitief werken en werden verzorgd door een leerkracht van een cluster 4 school met heel veel ervaring. Die leerkracht verzorgt dan een uurtje kennisoverdracht, maar ook een interactief gedeelte. De eerste reacties zijn heel positief.’
Winst
Naast de collectieve inzet van de jeugdhulp en het terugdringen van individuele indicaties ziet Ramona nog een ander positief effect van de samenwerking tussen zorg en onderwijs. ‘Het bevordert dat we door elkaars bril kijken. Op het moment dat de huiskamermedewerkers bijvoorbeeld even geen leerlingen in de huiskamer hebben, gaan ze de klassen in om te helpen en geven ze leerkrachten tips. Maar ze zien ook hoe de leerkracht de leerling benadert en pikken daar wat van op. Dus dat is winst.’
Het samenwerkingsverband heeft Anke de Boer van RENN4 en Rijksuniversiteit Groningen gevraagd de drie programmalijnen te onderzoeken. Daarbij ligt de focus ligt vooral op programmalijn 1 en 2 omdat daar de meeste ervaring mee is opgedaan.
> Bekijk de powerpoint-presentatie over het domeinoverstijgende analyse team.
Meer informatie
Lees hier wat deelnemers aan het Oplossingenlab over het DOA zeggen.
Dit artikel is gebaseerd op de presentatie van Ramona van der Velde tijdens het Oplossingenlab op 4 juni 2024.