Meer denken vanuit de wijk
Hoe kunnen wijkgericht werken en eerstelijns jeugdhulp door lokale teams bijdragen aan preventieve en laagdrempelige hulp voor kinderen, jongeren, ouders en opvoeders? Het NJi ondersteunt dit met kennis in het project ‘Basisjeugdhulp’, met speciale aandacht voor de ontwikkeling van het vakmanschap van de professional.
1. Leren samenleven > Meer denken vanuit de wijk
Ook in 2021 hebben we daarvoor samengewerkt met Movisie, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Vilans en de Werkplaatsen Sociaal domein in het programma Integraal werken in de wijk. Meer denken vanuit de wijk Met dit programma willen we beleidsmakers en professionals inzicht geven in wat werkt. Dat doen we door kennis te verzamelen, verrijken en verspreiden. Voor een krachtige en inclusieve samenleving zijn sociale verbanden van wijkbewoners essentieel. Professionals moeten meer vanuit de ‘wijk’ leren denken. En hoe kan je als wijkteam meer zoeken naar collectieve oplossingen en interventies? Hoe beter professionals de ‘collectieve’ opdracht uitvoeren, hoe minder beroep inwoners doen op individuele hulp en ondersteuning. Want als de context goed is, gedijt het individu beter, concluderen we in het essay Eigen kracht als ‘samenkracht’, dat vanuit het programma in 2021 is gepubliceerd. Om wijkteams te helpen daar invulling aan te geven heeft het programma Integraal werken in de wijk het netwerkkwadrant ontwikkeld, dat de netwerken binnen een wijk in kaart helpt brengen.
“In deze nieuwe wijkgerichte aanpak willen we zoveel mogelijk lichte zorg- en ondersteuningsvragen ophalen bij wijkbewoners. Die vragen willen we zo vroeg mogelijk, zo dicht mogelijk en het liefst met het eigen netwerk van de wijkbewoner, oplossen.”

Netwerkkwadrant Een van de gemeenten die met dit model aan de slag is gegaan is de Brabantse gemeente Maashorst. Projectleider Sociaal Domein Monique Sepers is onlangs het project ‘Netwerk van voorzieningen en het sociaal domein’ gestart. “In deze nieuwe wijkgerichte aanpak willen we zoveel mogelijk lichte zorg- en ondersteuningsvragen ophalen bij wijkbewoners”, vertelt ze. “Die vragen willen we zo vroeg mogelijk, zo dicht mogelijk en het liefst met het eigen netwerk van de wijkbewoner, oplossen. Hiervoor hebben we een wijkondersteuner en wijkteam aangesteld en een klankbordgroep ingericht.” Geïnspireerd door het essay zocht Sepers contact met Integraal werken in de wijk. Kort daarna organiseerden we vanuit het programma een workshop over de netwerkkwadrant in Maashorst. Dat was verhelderend voor het wijkteam, vertelt Sepers. “Het is bijvoorbeeld duidelijker geworden hoe we kunnen samenwerken. Op welke taken, thema’s en signalen kunnen we de samenwerking met elkaar zoeken?” Ook heeft de workshop volgens Sepers geholpen om het gesprek met elkaar aan te gaan over waar het wijkteam voor staat en hoe men wil werken als wijkteam in de wijk. “Het gaf meer grip op de opdracht en de bedoeling van het project.”
Meer inzicht Dankzij de workshop hebben de leden van het wijkteam daarnaast meer inzicht in elkaars werkzaamheden, sterke kanten, voorkeuren en focus van het werk gekregen. Sepers: “Hierdoor weten we elkaar beter te vinden en te faciliteren. Ook is het natuurlijk belangrijk om te weten wat niet werkt en dat met elkaar te erkennen.” Verder noemt Sepers het een belangrijke opbrengst dat er nu bewustwording is dat de grote diversiteit in het wijkteam in organisaties, rollen, taken, doelstellingen, ervaringen, karakters en talenten niet iets lastigs is, maar juist een meerwaarde.