Wetenschap bundelt krachten om praktijk te bereiken

Het welbevinden van kinderen en jongeren is een complexe puzzel, waarvan de wetenschap veel waardevolle stukjes in handen heeft. Hoe voorkom je dat er geen dubbel werk wordt gedaan en er een lappendeken ontstaat aan interventies, initiatieven en lesplannen? En hoe zorg je ervoor dat de kennis professionals bereikt een aansluit op hun behoeften?

1. Opgroeien en opvoeden > Wetenschap bundelt krachten om praktijk te bereiken

Het welbevinden van kinderen en jongeren is een complexe puzzel, waarvan de wetenschap veel waardevolle stukjes in handen heeft. Maar hoe zorg je dat die kennis op elkaar voortbouwt en de praktijk bereikt? Het Wetenschapsnetwerk Welbevinden Jeugd zoekt antwoord op die vraag, door de samenwerking tussen wetenschap en kennisinstituten te bevorderen.

‘Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar het welbevinden van kinderen en jongeren. Wetenschappers proberen allemaal een stukje van de puzzel op te lossen.’ Aan het woord is Neeltje van den Bedem, senior adviseur Opvoeden en Ontwikkelen bij het NJi. Hoe voorkom je dat er geen dubbel werk wordt gedaan en er een lappendeken ontstaat aan interventies, initiatieven en lesplannen? En hoe zorg je ervoor dat de kennis professionals bereikt een aansluit op hun behoeften?

Neeltje van den Bedem, senior adviseur Opvoeden en Ontwikkelen bij het NJi

Wetenschappers en kennisinstituten

Over die vragen bogen 90 wetenschappers en medewerkers van kennisinstituten zich op de eerste bijeenkomst van het Wetenschapsnetwerk Welbevinden Jeugd. Met het netwerk wil het NJi wetenschappers bij elkaar brengen die onderzoek doen naar de beschermende factoren en risicofactoren van welbevinden, en naar effectieve aanpakken om welbevinden te vergroten.

Doel van het netwerk is kennis uitwisselen en samenwerkingen opzetten tussen wetenschappers onderling en tussen wetenschappers en kennisinstituten. Zodat wetenschappelijke kennis ook daadwerkelijk benut wordt in de praktijk.

De beste bedoelingen

Van den Bedem weet waar ze het over heeft, dankzij haar ervaring in zowel wetenschap als praktijk. ‘Als professional kom er je nauwelijks aan toe om je te verdiepen in complexe thema’s. Als je wél tijd hebt om kennis op te zoeken, moet die direct toepasbaar zijn op jouw situatie. Toen ik onderzoek deed, had ik ineens alle ruimte om me te verdiepen in één onderwerp. Maar die kennis bereikt dan niet zomaar de praktijk. Het is als wetenschapper moeilijk om overzicht te krijgen van wat er allemaal al gebeurt, en om hierbij aan te sluiten.’ Van den Bedem besefte dat beide werelden vanuit de beste bedoelingen werken, maar elkaar daarbij niet voldoende weten te vinden.

Werelden verbinden

Kennisinstituten zoals het NJi kunnen deze twee werelden met elkaar verbinden, aldus Van den Bedem. ‘Door kennis te bundelen, te vertalen naar de praktijk en vervolgens als toepasbare informatie op de juiste plekken te krijgen.’ De netwerkbijeenkomst bood hiervoor een waardevolle eerste stap. Van den Bedem: ‘Er waren inhoudelijke lezingen over wat we al weten over welbevinden, en over de vragen die momenteel centraal staan in onderzoek. Daarnaast bespraken we vragen die leven in de praktijk en hoe kennis in de praktijk, wetenschap en beleid gebruikt wordt. Aan de netwerktafels hebben we mogelijke samenwerkingen besproken. We zijn al druk bezig om vervolgplannen te maken, zowel om concrete samenwerkingen te faciliteren, als voor een nieuwe grote bijeenkomst voor uitwisseling.’

Deel deze pagina