Casa Tweetalige Montessorischool in Pijnacker
‘De klassenvergadering is bij ons een vaardigheidsmoment’
Op Casa Tweetalige Montessorischool werken ze in de onder-, midden- en bovenbouw met klassenvergaderingen. Daarbij volgen ze de methode Positive Discipline.
"We hebben als volwassenen vaak de neiging om probleempjes snel op te lossen, maar je kunt nu ook zeggen: 'is dit niet iets voor de klassenvergadering?'"
De klassenvergadering is een vaardigheidsmoment
“De klassenvergaderingen vinden bij ons altijd plaats op een vast moment op de dag”, vertelt Jetteke, teamleider van de midden- en bovenbouw op Casa. “In de onder- en middenbouw zijn ze altijd aan het eind van de ochtend. In de bovenbouw aan het begin van de middag. Wat belangrijk is, is dat de vergaderingen altijd op dezelfde tijd plaatsvinden en een duidelijke eindtijd hebben.
We gebruiken de vergaderingen ook niet als start van de dag. De vergadering is voor ons echt een vaardigheidsmoment. De vergaderingen nodigen leerlingen eigenlijk uit om op een veilige manier te oefenen met de vaardigheden én houdingen die belangrijk zijn in een democratische samenleving. Denk dan aan het aanspreken van anderen op gedrag, maar ook elkaar helpen en afspraken maken.
De methode geeft de leerkrachten in ons geval handvatten voor hoe ze zich moeten opstellen, hoe ze alle kinderen voldoende ruimte kunnen geven om te oefenen, maar ook wanneer ze even op hun handen moeten gaan zitten.”
"De kinderen worden op een positieve manier aangezet."
Een duidelijke structuur
“De methode die we gebruiken heeft een hele duidelijke structuur. Dat draagt bij aan de voorspelbaarheid voor de kinderen, maar ook aan het optimaal benutten van de oefenmogelijkheden voor alle leerlingen.
Ronde 1: complimenten geven We beginnen bijvoorbeeld altijd met een ronde ‘appreciations’ (complimenten). De kinderen worden dan op een positieve manier aangezet. Het heeft als gevolg dat leerlingen de rest van de vergadering ook veel meer vanuit een positieve insteek beginnen. Belangrijk tijdens deze ronde is bijvoorbeeld dat we de kinderen leren dat je geen compliment geeft óver iemand, maar áán iemand. Dat zorgt ervoor dat een waardering of compliment voelt als iets wat je krijgt en niet als iets wat je over jezelf hoort.
"De inbrenger kiest uiteindelijk de oplossing, waarna drie weken later de oplossing geëvalueerd wordt."
Ronde 2: bespreken van ingebrachte problemen Tijdens deze ronde bespreken we wat volgens de kinderen opgelost moet worden. De problemen komen binnen via een doos in de klas, die op volgorde van binnenkomst worden besproken. Er mag niet ter plekke wat verzonnen worden. De kinderen kunnen zowel omgevingsproblemen ‘de potloden zijn kapot’, als persoonlijke en interpersoonlijke problemen ‘bij het buitenspelen maakt ons groepje vaak ruzie’ bespreekbaar maken. Hierbij vertelt de inbrenger over het probleem. De rest van de klas mag daarna aanvullen.
Ronde 3: oplossingen brainstorm Daarna start een brainstorm met allerlei soorten oplossingen. In deze ronde mag alles. Aan het eind toetst de klas de oplossingen aan een aantal kernwaarden. Zo moeten oplossingen respectvol zijn, en er wordt gecheckt of de oplossing daadwerkelijk gaat bijdragen aan het probleem. De inbrenger kiest uiteindelijk de oplossing, waarna drie weken later de oplossing geëvalueerd wordt."
Goed inzetten kost tijd
“Waar we soms wel tegenaan lopen is dat het heel veel tijd kost om dit goed te implementeren. Je moet eigenlijk met z’n allen bouwen aan een routine en daarbij heb je veel geduld nodig. Heb je bijvoorbeeld een klas die wat onveilig is, dan kan de ronde met waardering voor de klas al ontzettend ingewikkeld zijn. Je moet als leerkracht dan veel creatiever zijn om dat te doorbreken én stiltes heel goed kunnen verdragen.
Daarnaast werkt het ook alleen als je het echt vaak doet. Denk aan minstens drie tot vijf keer per week. Op die manier wordt de klassenvergadering een gewoonte, worden zowel de leerkrachten als de leerlingen er vaardiger in én lukt het veel beter om het in de schooldagen in te bedden. Voor leerkrachten is het namelijk ook een oefenmoment. Je moet het proces voordoen en bijvoorbeeld het stuk van het probleem oplossen bijna tot aan de letter volgen. Anders mis je de essentie.”
"Hoe stel je eigenlijk een goede vraag? En hoe luister je naar het antwoord, zodat je daarna opnieuw een goede vraag kunt stellen?"
De kracht benutten
“Wij doen vier tot vijf vergaderingen per week in de midden- en bovenbouw, maar we merkten dat alle dagen ingebrachte problemen bespreken niet heel effectief en soms langdradig was. Daarom hebben we nu ook een dag per week, waarbij we persoonlijke gebeurtenissen bespreken én een dag waarbij we vaardigheden oefenen.
Deze vaardigheden halen we ook weer uit de methode en richten zich bijvoorbeeld op luisteren, samenvatten en doorvragen; want hoe stel je eigenlijk een goede vraag? En hoe luister je naar het antwoord, zodat je daarna opnieuw een goede vraag kunt stellen? Maar er komen ook vaardigheden aan bod die je nodig hebt om een probleem dat je met iemand anders hebt op te lossen. Opgedane vaardigheden kunnen ze vervolgens inzetten tijdens de klassenvergaderingen.
Een andere kracht van deze methode is dat kleine probleempjes die kinderen met elkaar hebben veel vaker onderling worden opgelost. Denk aan ‘hij praat telkens zo hard in mijn oor’ of ‘zij gaan altijd als eerste naar buiten en hebben dan de bal’. We hebben als volwassenen vaak de neiging om die probleempjes snel op te lossen, maar je kunt nu ook zeggen: ‘is dit niet iets voor de klassenvergadering?’ Hierdoor leren kinderen een afweging te maken of dat nodig is, of dat ze niet zo afhankelijk zijn van het oordeel van een ander.”
Tips voor het inzetten van ‘de klassenvergadering’
Op Casa wordt gebruik gemaakt van de klassenvergadering volgens een bepaalde methode. Maar de methode zelf is niet de sleutel tot succes van dit ‘vaardigheidsmoment’. Wat wel? We hebben wat dingen op een rijtje gezet.
- Van tevoren moet je helder hebben waar de klassenvergadering een bijdrage aan moet leveren. Definieer dat dus. Daar kan je de inhoud, vorm en rol van de leerkracht op afstemmen.
- Zoek voor iedere klas een vorm die werkt, maar maak sowieso een kring. Dit vergroot de verbondenheid en gelijkwaardigheid. De leerkracht zit ook in de kring.
- Eenmaal begonnen moet je er een beetje vaardig in worden. Dat lukt niet meteen. Begin daarom niet meteen met vijf dagen per week. Neem de tijd!
- Geef het ook tijd om steeds meer bij de kinderen te laten. Kinderen hoeven niet meteen de rollen van voorzitter, notulist en tijdbewaker op te pakken. Je kunt dat langzaam opbouwen of met de kinderen zelf vormgeven.
- Maak je gebruik van rollen? Bereid dit dan goed voor met de kinderen. De voorzitter is vaak de meest ingewikkelde rol. Het helpt als je de klassenvergadering voor bespreekt met de kinderen die een rol hebben. Dat hoeft niet lang te zijn. Soms is drie minuten al genoeg.
- Zet je eigen bedenkingen actief opzij. Soms komt er een oplossing uit waarbij je als leerkracht al denkt: ‘dit gaat nooit werken’. Maar houd je in, want kinderen moeten zelf ervaren dat iets niet werkt en waarom. En soms werkt het – verbazingwekkend genoeg – wel.
“In een bovenbouw klas wilden de kinderen niet meer in een kring op de grond zitten en stelden als oplossing voor om allemaal een stoel te pakken. Een oplossing die heel veel tijd leek te kosten. Maar het werkte uiteindelijk fantastisch. De stoelen worden altijd vlot gepakt en netjes teruggezet. Het was dus een succes. En vooral omdat de oplossing vanuit de kinderen zélf kwam.”