"Mijn begeleiders lieten mij zien dat ze het echt meenden"
Berry is 20 jaar, volgt de opleiding Social Work en noemt zichzelf ervaringsdeskundige. Als 'stem voor jongeren' geeft hij hulpverleners advies en vertelt hij waar jongeren mee zitten. Omdat hij dat zelf ook heeft meegemaakt. Dit is zijn verhaal.
Berry is 20 jaar, volgt de opleiding Social Work en noemt zichzelf ervaringsdeskundige. Als 'stem voor jongeren' geeft hij hulpverleners advies en vertelt hij waar jongeren mee zitten. Omdat hij dat zelf ook heeft meegemaakt. Dit is zijn verhaal.
"Op jonge leeftijd heb ik mijn moeder verloren. Door het gebrek aan moederliefde heb ik een leegte opgebouwd, die ik altijd met me meegenomen heb. Liefde zocht ik daardoor op de verkeerde plekken. Op straat had iedereen dezelfde problemen. Ik voelde me begrepen en trok naar die andere jongens toe. Van kleins af aan waren we elke dag met elkaar samen. We bouwden een sterke band op. Het was een soort broederschap.
Het begon met kattenkwaad, ik was toen een jaar of tien, elf. Belletje trekken, steentjes gooien, tomaten gooien op auto's. Maar het werd steeds zwaarder. We gingen snoep stelen, en daarna fietsen en scooters. Ik werd ouder, begon te puberen en keek op naar andere jongens van de buurt. Het draaide ook meer om meisjes. Ik wilde stoer zijn en ook die nieuwste Nike Air Max. Het ging om steeds meer geld, en daardoor werden de problemen ook erger.
Ik wist wel dat sommige dingen die ik deed fout waren. Maar het was wat het was. Het boeide me op dat moment niet. Ik had schijt aan mijn toekomst, en geen doel in het leven. Het voelde voor mij goed om bij mijn broeders te zijn. Ik voelde me sterk. Niemand kon me wat aandoen, want ik had alle jongens om me heen."
"Mijn begeleiders hadden wel goede bedoelingen, maar het voelde niet vertrouwd. Dus ik sprak niet. Ik kropte het allemaal op, ook veel woede."
Steeds weer een andere hulpverlener "Toen mijn moeder overleed was ik zes. Mijn broers en zussen waren ook nog jong, dus we kregen kinderbescherming en jeugdzorg. Tot m'n achttiende of negentiende heb ik gesprekken gehad, steeds weer met een andere hulpverlener. Maar ik sprak nooit. Ik had zoveel gesprekken dat ik politieke antwoorden begon te geven. Bij de eerste vraag wist ik al wat ik moest antwoorden. En dan was het klaar. Ik had nooit begeleiders bij wie ik voelde dat het gemeend was. Bij wie ik het gevoel had dat ze er echt voor mij wilden zijn. Ze hadden wel goede bedoelingen, maar het voelde niet vertrouwd. Dus ik sprak niet. Ik kropte het allemaal op, ook veel woede. Ik werd steeds agressiever.
Toen ik uiteindelijk in detentie kwam, heb ik wel twee goede begeleiders gehad. Die hebben mij laten zien dat ze het echt meenden. Ze zagen waar ik goed in was, en dat hebben ze mij ook laten zien. Ze hebben met mij de intake voor school gedaan. Ik dacht in mijn hoofd: dit gaat nooit lukken. Maar ik heb die intake in detentie gehaald. Toen dacht ik: wow.
Tegelijkertijd was ik in detentie nog steeds bezig. Ik smokkelde telefoons naar binnen en gaf jongens buiten taken om uit te voeren. M'n begeleiders wisten dat, maar hebben dat naar iets positiefs kunnen draaien. Zij zagen dat ik eigenlijk goed ben in andere jongens begeleiden. Ze namen me mee naar een groep met veel ruzie en haantjesgedrag, en vroegen of ik met die jongens wilde praten. Dat heb ik gedaan, en ik had veel invloed op die jongens. Na een paar weken zijn mijn begeleiders met mij gaan praten. Begeleider worden, is dat niet iets voor jou? Ik was verbaasd, maar begon erover na te denken dat ik daar m'n werk van kan maken. Sinds ik dat weet, ben ik daarmee bezig. Nog tweeënhalf jaar en dan heb ik mijn diploma. Dan heb ik alles bereikt van het doel dat zij met mij hebben uitgestippeld."
Berry op Spotify
Berry maakt ook muziek. Onder de artiestennaam Berry VHW heeft hij zijn album ‘Van De Straat Naar De Stage’ uitgebracht. In verschillende nummers rapt hij over zijn verhaal. Klik hier om de muziek van Berry VHW op Spotify te beluisteren.
Reclasseerder gaf niet op
"Ik had ook een reclasseerder, die vaak naar me toe kwam en me altijd belde. Hoe gaat het met je? Heb je wat nodig? Ze was wel streng, vooral op de momenten waarop ik dat nodig had. Maar ze liet zien dat ze dat niet zomaar deed, dat ze het echt meende met mij. Ook met mijn zus had ze gesprekken. En ze gaf me altijd updates van waar ze mee bezig was en wat er gaande was.
In die tijd had ik een jaarverbod in Amsterdam, dus ik moest een andere plek vinden om te wonen. Mijn reclasseerder heeft veel moeite voor mij gedaan om in Arnhem te kunnen wonen. Die gemeente wilde mij eerst niet hebben. Niemand zit te wachten op een jongere uit de Top-600-aanpak, dat begrijp ik wel. Maar zij heeft voor mij gestreden, wat ik best gek vond. Ik heb veel shit gedaan, maar ze gaf niet op. Daar ben ik blij om. Uiteindelijk hebben ze mij toch een kans gegeven."
"De jongens van vroeger zijn nog steeds mijn beste vrienden, ook nadat ik eruit ben gestapt. Het geeft hun ook een beetje hoop, doordat ze zien: het kan wel."
Ander leven voor mijn zoon
"Drie jaar geleden heb ik een zoon gekregen, en dat heeft veel invloed gehad. Misschien is dat wel de belangrijkste eye-opener voor mij geweest. Ik wilde niet dat mijn zoon het leven leidt dat ik heb gehad. Dat doel had ik in mijn hoofd toen ik daarbinnen zat, en dat heb ik altijd vastgehouden. Voor mij is dat belangrijk geweest om eruit te kunnen stappen. Ik verdiende veel geld en ik kreeg veel aandacht. Het is moeilijk om daaruit te komen, zeker als je geen doel hebt in je leven.
De jongens van vroeger zijn nog steeds mijn beste vrienden, ook nadat ik eruit ben gestapt. Ze waren blij voor mij en begrepen mijn stap, vooral omdat ik een zoon had gekregen. Ze begrepen dat ik voor hem een beter leven wil. Het geeft hun ook een beetje hoop, doordat ze zien: het kan wel. Ik probeer soms met ze te praten, en sommigen nemen advies van me aan. Die gaan nu naar school of stage. Vroeger maakten ze veel drillmuziek en ik heb ze kennis laten maken met autotune en zang. Nu sturen ze me af en toe een nummer. Ik zie hoe ze steeds beter worden, omdat ze die negatieve muziek achter zich hebben gelaten. Daar word ik blij van."
"M'n belangrijkste tip voor hulpverleners? De hulp moet gemeend voelen. Daarvoor moet je een band opbouwen."
Heb aandacht voor jongeren
"M'n belangrijkste tip voor hulpverleners? De hulp moet gemeend voelen. Daarvoor moet je een band opbouwen. Werk niet uit het dossier, maar leer een jongere zelf kennen. Observeer hem. Als hij tegen jou zegt: "Zaterdag heb ik een voetbalwedstrijd", stuur hem dan op zaterdag een berichtje: "Succes met je wedstrijd." Dat zijn kleine dingen waardoor de ander merkt dat je aan hem denkt. En stel ook jezelf kwetsbaar op. Vertel als jij iets hebt meegemaakt. En dat hoeft niet alleen op kantoor. Je kan naar de sportschool gaan om een gesprek te voeren. Houdt hij van voetbal? Ga met hem voetballen. Of ga naar een muziekstudio en daar met hem chillen en muziek maken, en praten over hoe het gaat. Dit zijn kleine dingen, en het is niet moeilijk.
Kijk ook naar de kring van jongeren met wie hij omgaat. Vaak lijken dit allemaal slechte jongens, maar voor hem zijn het wel goede jongens. En ze doen ook goede dingen. Voor mij schoten ze geld voor als ik het nodig had. Als we met z'n allen buiten gingen eten en twee hadden geen eten, legde iedereen geld bij zodat iedereen eten had. Iedereen ziet de slechte dingen, maar dit is er ook. Dus bespreek dat ook. Waarom zijn deze jongens belangrijk voor jou? Met dat soort gesprekken stelt een jongere zich uiteindelijk wel open.
Maar ik weet ook dat dit niet alleen bij de hulpverleners ligt. Ik vind dat de gemeente een extra potje moet hebben voor de hulpverleners. Als je zeven cliënten in één week hebt, is het moeilijk om alle aandacht voor die cliënten te hebben. Er moet meer geld zijn, zodat er meer tijd is voor zorgverleners om aandacht te geven aan jongeren. Als je dat potje dichthoudt, komen er alleen maar meer problemen. Dan komen er meer jongeren in detentie, en moeten meer jongeren uit huis worden geplaatst. Dat kost uiteindelijk meer geld."