Hoe krijg ik zicht op de betrokkenheid van jongeren bij criminaliteit?
Het is essentieel om een goed beeld te hebben van de betrokkenheid van jongeren bij criminaliteit in jouw omgeving. Dit draagt bij aan het voorkomen en tegengaan van jeugdcriminaliteit. En het geeft inzicht in de ondersteuning die jongeren nodig hebben.
Het is essentieel om een goed beeld te hebben van de betrokkenheid van jongeren bij criminaliteit in jouw omgeving. Dit draagt bij aan het voorkomen en tegengaan van jeugdcriminaliteit. En het geeft inzicht in de ondersteuning die jongeren nodig hebben.
Zijn er bijvoorbeeld landelijke ontwikkelingen, zoals een toename in wapengeweld of drugscriminaliteit? Of is er in jouw omgeving een trend onder jongeren die specifieke aandacht vraagt? Als je weet waar je op moet letten, weet je ook waar extra inzet nodig is en hoe je hierop kunt inspelen.
Cijfers – op landelijk of lokaal niveau – kunnen helpen om inzicht te krijgen in de betrokkenheid van jongeren bij criminaliteit. Deze kunnen voortkomen uit bijvoorbeeld politieregistraties, slachtofferenquêtes of zelfrapportages.
Maar cijfers geven nooit een volledig beeld. Denk bijvoorbeeld aan criminele activiteiten die nog niet in beeld zijn bij de politie. Of slachtoffers die niet willen praten over wat hun is overkomen. Daarbij lopen rapporten op basis van cijfers altijd iets achter op wat er gebeurt in de praktijk, en geven ze dus later inzicht in wat er speelt (of heeft gespeeld). Gebruik dus niet alleen cijfers, maar kijk ook naar de signalen die professionals en anderen in de omgeving van jongeren opmerken.
Cijfers
Cijfers kunnen een eerste inzicht geven in de stand van zaken van jeugdcriminaliteit. Ook maken cijfers het mogelijk om een vergelijking te maken met andere tijdsperiodes. Hieruit kun je trends en ontwikkelingen afleiden. Uit de cijfers blijkt bijvoorbeeld dat jeugdcriminaliteit in de afgelopen vijftien jaar over het algemeen lijkt te zijn afgenomen.
Op landelijk en lokaal niveau zijn er monitors en rapportages beschikbaar die inzicht geven in cijfers rondom jeugdcriminaliteit. Hieronder vind je een aantal bronnen.
Landelijke data Landelijke monitors kun je onder andere gebruiken voor een eerste inzicht in onderwerpen en ontwikkelingen die mogelijk in jouw lokale context spelen en waarop (extra) inzet nodig is. Specifiek geven de volgende twee monitors inzicht in de landelijke cijfers:
- Jeugdmonitor (CBS): hierin vind je alle cijfers over de ontwikkelingen in de leefsituatie van jongeren in Nederland. In de Jeugdmonitor is ook een hoofdstuk over veiligheid en justitie opgenomen. Hier kan je bijvoorbeeld het aantal verdachten tot 25 jaar per delictgroep en woonregio terugvinden. Ook vind je informatie over het veiligheidsgevoel onder jongeren tot 25 jaar.
- Monitor Jeugdcriminaliteit 2020: in deze tweejaarlijkse monitor zijn de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit in de periode 2000 tot 2020 beschreven, met de nadruk op de jaren 2015 tot 2020. Thema’s die in de Monitor Jeugdcriminaliteit worden beschreven zijn onder andere cybercriminaliteit, geweldsdelicten en vermogensdelicten.
Het gesprek voeren over cijfers
Op de hoogte zijn van de cijfers is een belangrijk eerste stap. Vervolgens is het belangrijk om samen te kijken wat de cijfers betekenen. Wat kunnen jij en jouw samenwerkingspartners hiermee? En wat betekenen deze cijfers voor jullie dagelijkse praktijk en beleid? De tool Samen het gesprek voeren over cijfers helpt je om deze vervolgstap te zetten.
Lokale data Landelijke cijfers kunnen een eerste inzicht geven, maar het is ook van belang om naar de lokale situatie te kijken. Zo kunnen bepaalde trends vooral binnen een specifieke omgeving spelen. Denk aan verschillen tussen een grootstedelijke en een niet-stedelijke context. Ook op regionaal niveau zijn er cijfers beschikbaar die helpend kunnen zijn.
- Waarstaatjegemeente.nl: onder het thema openbare orde en veiligheid op zijn op gemeentelijk en regionaal niveau relevante cijfers en trends beschikbaar. Zo vind je er cijfers over politieregistraties van overlastgevende jeugd, verwijzingen naar Halt en het aantal jongeren met jeugdreclassering. Deze gegevens zijn ook te vergelijken met landelijke cijfers.
Signalen van professionals en de directe omgeving
Naast landelijke en regionale cijfers zijn personen uit de directe omgeving van jongeren essentieel om een goed beeld te krijgen van wat er speelt. Die personen kunnen ouders, docenten, jongerenwerkers, jeugdreclasseerders, wijkteammedewerkers en wijkagenten zijn. Zij kennen de dagelijkse praktijk waar de cijfers over gaan en kunnen er achtergrond en betekenis aan geven.
Ook hebben ze zicht op mogelijke verbeteracties. Bovendien kunnen zij signalen rond een individuele jongere waarnemen, maar ook signalen van trends die in het algemeen onder jongeren spelen. Denk aan een jongerenwerker die op sociale media ziet dat jongeren vaker poseren met wapens, of een wijkagent die meer jongeren tegenkomt die messen bij zich hebben. Of een ondersteuningscoördinator die een verhoogd middelengebruik onder jongeren op school opmerkt.
Als je deze signalen met andere professionals deelt, kun je gezamenlijk het beeld nuanceren, bevestigen of versterken. Dit vraagt dat je elkaar en elkaars rollen kent, en regelmatig met elkaar overlegt.
Signaleren en onderbuikgevoel De aanwezigheid van signalen betekent niet per definitie dat een jongere daadwerkelijk betrokken is bij criminele activiteiten. Het meermaals terugzien van signalen kan echter wel aanleiding zijn om dit verder te onderzoeken, bijvoorbeeld door deze observaties met collega’s te bespreken. Anderzijds betekent de afwezigheid van signalen niet per definitie dat een jongere niet te maken heeft met criminaliteit. Het kan namelijk ook zijn dat je voelt dat iets niet pluis is. Het is dan ook belangrijk om naast waarneembare signalen, ook te luisteren naar een vaag onderbuikgevoel. Neem het serieus als je het gevoel hebt dat iets niet pluis is, blijf alert en betrek ook hierbij collega’s of andere samenwerkingspartners.
Op welke signalen kan ik zelf letten?
Als professional kun je verschillende signalen waarnemen die een aanwijzing kunnen zijn dat een jongere betrokken is bij criminele activiteiten. Zichtbare signalen zijn bijvoorbeeld het bezit van drugs, geld, sieraden of dure kleding. Daarbij hebben jongeren die in de georganiseerde criminaliteit zitten vaak meerdere telefoons, en zijn ze actiever dan normaal aan het bellen of berichten. Indirecte signalen zijn bijvoorbeeld vaak liegen of smoesjes gebruiken, of schoolverzuim. en de onduidelijkheid van de omgeving waar deze jongere zich bevindt. Een volledig overzicht van mogelijke signalen vind je in het onderzoeksrapport Dealers in de dop. Een ander overzicht van signalen vind je in de publicatie Fuik. In deze publicatie staan ook verschillende ervaringsverhalen, en wordt inzichtelijk gemaakt hoe jongeren in de jeugdcriminaliteit verzeild raken. De publicatie is gratis aan te vragen via de website.